Liefdesverdriet op zijn Haags

Vrijwel iedereen kent het wel. Liefdesverdriet. De onwerkelijke klap als een relatie verbroken wordt. Verdriet, pijn, boosheid maar ook ongeloof. Niet willen en kunnen accepteren dat het voorbij is. Totdat de waarheid doordringt. De meeste mensen doorstaan de woeste zee van golvende emoties en pakken de reddingsboei op. Een enkeling dreigt kopje onder te gaan. Terwijl anderen in de waan van het moment overgaan tot een emotionele daad. 

Februari 1952

Dat liefde langs vreemde wegen kan gaan, bewijst een 25-jarige autohersteller uit Den Haag. De Amsterdamse politie krijgt in de nacht van zaterdag op zondag een melding dat op het dak van het Paleis op de Dam, die op dat moment in de steigers staat, een persoon rondsluipt. Twee agenten gaan naar het plein en zien bij aankomst iemand naar beneden klimmen. Eenmaal op de begane grond aangekomen, wordt de persoon in de kraag gepakt. Het blijkt de 25-jarige Hagenaar te zijn. Op het politiebureau beweert hij een brief te hebben bevestigd aan de benen van Atlas, de god die op het dak van het Paleis de wereldbol draagt. De verbaasde agenten denken dat het om een smoes gaat of dat ze met een zonderling te maken hebben. Als even later een brief, hangend aan een lap stof en gewikkeld om het been van Atlas, wordt gevonden, verklaart de Hagenaar dat hij uit puur liefdesverdriet heeft gehandeld. De brief is geadresseerd aan een Haags meisje die de autohersteller de deur had gewezen en hem verweten had geen held te zijn. Met zijn daad probeerde de Hagenaar het tegendeel te bewijzen. 

November 1953

Op een zaterdagmiddag klimt een 23-jarige Haags ateliermeisje boordevol liefdesverdriet vijftig meter hoog de mast van radio-
Scheveningen in. Aan de voet staat haar bezorgde en verblufte ex-verloofde. Enkele minuten tevoren had hij haar verteld niets meer in de verloving te zien. Ten einde raad klimt de jongeman, een instrumentenmaker, ook de mast in en probeert vervolgens het meisje veilig op de begane grond te krijgen. Na langdurig overleg ‘op hoog niveau’ klimmen beiden terug. Beneden aangekomen valt het meisje overmand door alle emoties flauw in de armen van haar geliefde. Op het politiebureau verklaart de 23-jarige Haagse dat ze alleen maar van het mooie uitzicht heeft willen genieten. 

Oktober 1962

Op zaterdagavond loopt een beschonken man het politiebureau aan het Huijgenspark binnen. Geëmotioneerd verklaart hij liefdesverdriet te hebben. De man vertelt de dienstdoende politiemannen enkele glazen bier te hebben gedronken. Vervolgens vraagt hij de verbaasde agenten of hij in het politiebureau kan overnachten. Om dit verzoek kracht bij te zetten vertelt hij bij een naburige broodjeszaak met een steen een spiegelruit van drie bij vijf meter te hebben vernield. De dronken man ziet zijn wens vervuld en brengt de nacht in een cel door. Op dat moment niet realiserend dat er een schade van 1400 gulden op hem wacht. 

Mei 1963

De Haagse politie heeft een twintigjarige loodgieter ingesloten die uit liefdesverdriet met een gestolen auto naar Oost-Duitsland wilde vluchten. De West-Duitse grensbewaking in Helmstedt (bij het IJzeren Gordijn), had de Hagenaar tegengehouden en hem een week in de cel laten zitten wegens illegaal verblijf in West-Duitsland. De marechaussee nam de jongen daarna aan de Nederlandse grens over en bracht hem terug naar Den Haag. Op het politiebureau verklaart de loodgieter dat hij na een ruzie met zijn meisje neerslachtig door Den Haag is gaan slenteren. Onderweg ziet hij een niet afgesloten auto met het sleuteltje nog in het contact. In een opwelling besluit hij de auto te ‘lenen’ en ermee rond te rijden om vervolgens overmand door verdriet de vlucht te nemen naar Duitsland. Met behulp van zijn rijbewijs passeert hij de douane. De West-Duitse bewaking aan de zonegrens blijkt echter heel wat strenger te zijn.