Skip to main content

Feestelijke taferelen in het Wachtje


We gaan terug naar het jaar 1966. Op het Rijswijkseplein verzamelt zich een uitbundige groep mannen, vrouwen en kinderen. Netjes gekleed en allemaal in een feeststemming. Er klinkt gejuich als een welgevormde Cadillac aan komt rijden en stopt. Een goed geüniformeerde chauffeur stapt uit en doet aan de andere kant van de wagen op elegante wijze het portier open. Een mooie dame in een prachtige, witte jurk met fleurige bloemen in haar hand zet als eerste voet op een met rozen bedekte stoep. Gevolgd door een stoere man in net pak en hoge hoed. Beiden hebben een kleurige corsage opgespeld. Hand in hand lopen ze onder een regen van bontgekleurde confetti de toekomst tegemoet. 

Een feestelijke erehaag en steeds luider wordende klanken leiden het kersverse echtpaar tussen twee statige Griekse zuilen door naar de hartelijke verwelkoming van een opgedofte ceremoniemeester. In de daaropvolgende uren barst het feest als een vuurpijl los. De bonte avond wordt gevuld met muziek en dans, waarbij het rondschuimend bier rijkelijk vloeit. Ondertussen balanceert de bediening met schalen heerlijke hapjes door de uitbundige menigte heen, terwijl een steeds langer wordende polonaise zich meester maakt van het feest. Het is een dag waar mijn ouders 55 jaar later nog steeds met veel liefde en plezier aan terugdenken.

Dit feestelijke tafereel vond tussen 1933 en 1981 vrijwel dagelijks plaats in het Wachtje: een statig gebouwtje met het uiterlijk van een Griekse tempel, die bij de meeste inwoners van Den Haag wel bekend is. Genesteld aan het drukke Rijswijkseplein met in de nabijheid de koning, waar verrukkelijke haringen door Haagse monden naar binnenglijden en de straat waar luchtig geklede dames van plezier in roodgekleurde etalages liefde en genot verkopen. Het karakteristieke pand, later ook bekend als het Paviljoen, werd tussen 1825 en 1827 ontworpen door stadsarchitect Zeger Reyers. In de eerste jaren diende het karakteristieke gebouw als accijnshuis waar invoerrechten voor inkomende goederen betaald moesten worden. Het zou overigens niet Reyers enige ontwerp zijn voor Den Haag. Het Kurhaus, de algemene begraafplaats met schijndodenhuis, de oranjekazerne en een deel van paleis Noordeinde kwamen ook voort uit zijn ontwerpersgeest. 

Het Rijswijkseplein heette toen nog Haagweide en lag voor een deel op het gebied van de tuin van het voormalige leprozenhuis aan het Zieken, de oudste open gracht van Den Haag. Het was toen nog een landelijk gebied buiten Den Haag, waar vanaf de vijftiende eeuw patiënten met de ziekte lepra verbleven. Lepra is een besmettelijke bacteriële zenuw- en huidziekte die via de lucht wordt overgedragen en tot ernstige handicaps en verminkingen kan leiden. Door de grote mate van besmettelijkheid werden de leprozen verstoten uit Den Haag, waarbij de soms afschrikbare afwijkingen vast ook een rol hebben gespeeld. In het leprozenhuis werden de verstotelingen, ook wel melaatsen genoemd, opgevangen. Binnen de muren van het complex mochten de leprozen wandelen in de tuin en langs de gracht, die daardoor al snel in de volksmond het Zieken werd genoemd. Buiten de muren waren de melaatsen verplicht om een ratel of klepper mee te nemen om nietsvermoedende voorbijgangers te waarschuwen niet te dichtbij te komen. In de loop van de zeventiende eeuw verdween de ziekte uit Den Haag. In 1826 werd het pand definitief gesloten en afgebroken, om plaats te maken voor het Wachtje. 

Het Wachtje kreeg in de tweede helft van de negentiende eeuw een andere functie. Na het afschaffen van de Haagse accijnsheffing stond het enige tijd leeg. Maar nadat in 1870 en 1871 Den Haag getroffen werd door de kinderpokken werd in het gebouw de Vereeniging voor Koepokinenting opgericht. Een eeuw eerder bezweken nog veel kinderen aan de gevreesde ziekte. Maar toen eind achttiende eeuw een vaccin werd ontwikkeld, verminderde het aantal dodelijke slachtoffers fors. Van 1933 tot 1981 diende het Wachtje, inmiddels bekend als het Paviljoen, als café-restaurant waar vele feesten werden gegeven. Ondertussen werd het pand in 1967 als rijksmonument opgenomen in het monumentenregister. Vanaf 1981 maakte de feestelijkheden plaatst voor een andere tak van vrolijkheid. Tot 1985 was het Circus-, Clowns- en Kermismuseum hier gevestigd. Sinds 1986 is het Wachtje in gebruik als kantoorruimte, maar is het nog steeds een opvallende verschijning op het alsmaar drukkere Rijswijkseplein. 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Prentbriefkaart van het Rijswijkseplein, 1925. Collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    21-2021

Meest gelezen artikelen