Skip to main content

Wijn van Haagse bodem


ls je je afsluit van het verkeerslawaai, het geluid van een langs denderende trein en ook even de gebouwen wegdenkt, waan je je op een wijngoed in een Zuid-Europees land. Om je heen de wijnranken. Strak in het gelid. De eerste druiven dienen zich aan in de vorm van kleine, groene bolletjes. En dat alles midden in Den Haag. In de Waldorpstraat/Hildebrandplein om precies te zijn. De Haagse stadswijngaard.

Het begon in 2012 toen Voorburger Tycho Vermeulen het plan opvatte om bij de schooltuinen Hildebrandplein een stadslandbouwproject te starten. Met druiven. Tycho werkte bij de Landbouw Universiteit in Wageningen, dus kennis en kunde was voorhanden. Toch was de start, met wijnranken op hydrokorrels, geen succes. Dus werden de planten gewoon in de ter plekke aanwezige grond gezet. Middels crowdfunding kwam een echte wijngaard tot stand die twee jaar later, in 2016, het eerste glas Haagse stadswijn opleverde. In datzelfde jaar besloten Tycho en zijn medestander Marcel van Dam de zaak ook organisatorisch anders vorm te gaan geven. Er werd een coöperatie opgezet met tien eigenaren.

Frank is er daar één van. “We huren deze grond van de gemeente. Destijds heeft Tycho grondonderzoek gedaan. Eerst zouden we iets verderop beginnen, maar daar bleek de bodem vervuild. Nu zitten we hier. Hierachter ligt ondergronds nog een stuk weg. Vandaar het grasveldje daar. Maar verder groeien wijnranken eigenlijk overal.” De tien hebben allemaal een fors bedrag op tafel gelegd om de wijngaard tot een succes te maken. Hoeveel geld wil Frank niet kwijt. “We verdienen er nooit aan”, laat hij wel optekenen. De tien zijn erin gestapt vanwege het idee. Frank zelf zat ‘in de wijn’. Ook anderen hadden hun sporen in die sector verdiend. De gedeelde gedachte was om ‘met elkaar lol te hebben met wijn’.

Wijnranken in een stad als Den Haag en bovendien ook nog in ‘Nederlands’ weer; het lijkt geen voor de hand liggende combinatie. Frank: “We hebben druivensoorten gekozen die net even iets sterker zijn, met een iets dikkere schil. Die beter tegen een wisselvallig klimaat kunnen.” Het gaat dan om Ronde, Johanniter en Souvignier Gris. De druiven worden in september/oktober geplukt en ‘gekneusd’, vertelt Frank. Dat laatste is feitelijk het pletten ervan. Daarna gaat het geheel naar een garage in Voorburg waar een mede-eigenaar er middels een professionele installatie wijn van perst. Met accijnsvergunning. De 650 ranken die nu op de één hectare Stadswijngaard staan, leveren zo’n 600 flessen wijn op. Wit en rood.

De 650 ranken zijn overigens niet allemaal van de tien eigenaren van de Stadswijngaard. Er zijn inmiddels 42 ‘deelnemers’ die elk tien ranken onder hun hoede hebben. Een gemixt gezelschap waaronder ook veel buitenlanders. De deelnemers betalen overigens wel een bepaald bedrag aan de coöperatie. “De flessen wijn die we produceren, worden verdeeld onder de eigenaren en deelnemers”, laat Frank weten. “Daarnaast zijn er wijnproeverijen en sommige restaurants nemen wat af.” Commercieel is het dus niet echt. De Stadswijngaard produceert nu ook grappa en de druivenmost wordt afgenomen door brouwerij Eiber, die er het bier ‘Venijn’ mee maakt.

Er is wel eens gekeken naar uitbreiding, zo laat Frank weten, maar een geschikt stuk land is niet gevonden. Dus blijft men zitten waar men zit. De schooltuinen zijn inmiddels volkstuinen geworden. Met de eigenaren daarvan bestaat een vriendschappelijke band. Zo ook met de omwonenden. Zo worden de wijnbladeren gretig afgenomen door de allochtone dames uit de buurt. “Ze krijgen er soms zelfs ruzie over”, erkent Frank. Het geheel is ‘een hobby’, zo laat Frank weten. “Je moet er de lol van inzien. We proberen er altijd iets leuks van te maken.” 

Zo is er nadat het werk is gedaan altijd tijd voor een gezamenlijk wijntje in de wijngaard. Toch is het niet alleen lang leve de lol. Frank vertelt trots dat de kwaliteit van de wijn (‘zit hoog in de zuren’) van jaar op jaar beter wordt. Mede door de klimaatverandering. Daarnaast worden deelnemers door ‘professionals’ wegwijs gemaakt in de kneepjes van het vak.

Er is meer. Elk jaar wordt de eerste fles wijn feestelijk gepresenteerd aan een bekende gast. Er vinden op de wijngaard, in samenwerking met het Laak-theater, openluchtconcerten plaats. En men organiseert ‘Diner in de wijngaard’. Er zijn rondleidingen en open dagen. De etiketten op de flessen worden gemaakt door grafische ontwerpers van de kunstacademie in Den Haag. Kortom, er wordt aan de weg getimmerd. De enige kopzorgen bereiden de ratten en ganzen die ‘alles’ opvreten - tegen de vogels zijn er netten - en het plan van Den Haag om de kruising Neherkade-Hildebrandstraat-Waldorpstraat om te gaan bouwen tot rotonde met een ondergrondse tunnel. Frank: “Zie je dat slootje hier? Dat mag niet weg. En die sloot loopt daar onderdoor. We hebben de gemeente al laten weten: ‘alles goed en aardig maar die sloot moet blijven’. Zouden ze doen, maar het blijft afwachten.”

Zonder water geen wijn. En dat zou zonde zijn, zeker nu het blad Winelife de Haagse stadswijngaard op één lijn plaatste met die in Parijs, Venetië, San Francisco, Tessaloniki en Wenen. Geen slecht gezelschap toch?


Details

  • Schrijver

    Carel Goseling
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De Haagse stadswijngaard
  • Editie

    17-2023

Meest gelezen artikelen