Skip to main content

Kindertheater Van Alles Wat


Een theater vóór en dóór de jeugd. Dat was het motto van Kindertheater Van Alles Wat, dat in het jaar 1973 van start ging. Van 1973 tot en met het jaar 1985 was ik er directrice en regisseur. Bij Kindertheater Van Alles Wat kregen leerlingen les in diverse theatervakken, zoals zang, dans en acteren. Dit alles vond plaats aan het Westeinde 18 in Den Haag. Op basis van improvisatie maakten ruim 120 leerlingen zelf de toneelvoorstellingen. Ook de decors werden door hen vervaardigd. Uitvoeringen vonden plaats in Diligentia, het Congresgebouw en in Theater Pierrot.

Het Kindertheater organiseerde ook workshops die ofwel in de eigen studio op nr. 18 plaatsvonden of in het theater In de Steeg op nr. 165a, in het poortje naast de oude Muloschool. Ook werden we door scholen gevraagd om lessen en voorstellingen te verzorgen. Onder meer door de Carolusschool aan het Westeinde en de Kievietschool in Wassenaar. Mededocenten waren Leonie Bakker en Quinten Rijnja, Sandra Vijftigschild, Petra Vugts, Jacqueline Reuvekamp en Kathy Bouwheer. Vele ouders droegen tijdens de voorstellingen achter de coulissen hun steentje bij. Een van hen, Marijke van Schie, woonde boven de studio aan het Westeinde, en aan haar heeft dit theater veel te danken. Zo stond zij altijd klaar met raad en daad als het om contacten ging bij de Gemeente Den Haag. 

‘Geestelijke vader’ van het theater was acteur Peter van der Linden, die nooit een voorstelling oversloeg, samen met zijn lieve vrouw An. Naderhand stuurde hij mij een brief met opbouwende kritiek. Zo schreef hij: “het fijne is dat de kinderen er zelf zoveel plezier in hadden. Misschien volgende keer iets meer tekst bij de bewegingen en… Lennie, zorg ervoor dat het theater niet groter groeit. Blijf zoals het nu is.”

En toen kregen we dankzij wethouder Piet Vink subsidie toebedeeld. Daarmee konden we een verbouwing van de studio aan het Westeinde financieren en geluidsapparatuur kon worden aangeschaft. Ook maakte het een klein salaris voor mij mogelijk, mede dankzij Aad Greidanus van de ingestelde Begeleidingscommissie Cultuur van de Gemeente Den Haag. Aad hielp mij om een balans te maken en een aanvraag in te dienen voor subsidie. Ik zat zenuwachtig bij hem op kantoor boven bij theater De Appel. Financieel gezien snapte ik er toen niet zoveel van, maar gelukkig kwam dat later goed. (Jaren later, in 1991, werd ik docente Bedrijfseconomie aan de François Vatelschool in Den Haag.) Het theater groeide verder en er was steeds meer mogelijk.

Danny Kaye kwam bij ons op bezoek in het jaar 1979 en maakte met een aantal leerlingen een rondrit door Den Haag. Op de voorgrond naast Danny Kaye zit Hansje Hollander met rode lap. Later werd Hans directeur van Theater Pierrot. Er zijn meer leerlingen die het theatervak zijn ingegaan, maar of dat nu nog zo is, weet ik niet. Wel heb ik veel leuke herinneringen aan velen van hen. Ik genoot van de spontaniteit waarmee voorstellingen ontstonden. Ook heb ik veel van hun creativiteit geleerd. 

De samenwerking met het clownsduo Pee Pee en Poo Poo was erg leuk om te doen. We maakten lesbrieven en bezochten scholen. Ook traden we een keer op in een buurthuis in de Schilderswijk, als voorprogramma van het bezoek van Sinterklaas en zijn Pieten. Leonie Bakker als Poo Poo, ikzelf als Pee Pee, met de hulp van een aantal leerlingen. We maakten er een dolle boel van en er werd veel gelachen. Maar Sinterklaas kwam maar niet opdagen. De leider van het buurthuis vroeg ons om nóg een optreden. Maar ja, hetzelfde? Dus improviseerden we maar wat. Nadat we nog eens ruim een uur op het podium hadden gestaan, riep het publiek om Sinterklaas. Daar waren de kinderen immers met hun ouders voor gekomen. Maar hoe hard er ook werd geroepen, geen Sinterklaas. Wij bleven dus maar op het podium. En improviseren maar. Uiteindelijk werd het publiek boos en gooide met blikjes en plastic bekertjes naar ons. Op dat moment kwam Sinterklaas gelukkig toch binnen. Met in totaal veertig gulden vertrokken wij weer terug naar de studio aan het Westeinde om even bij te komen. 

De voorstellingen in de theaters verliepen altijd vlot. Geen voorstelling was hetzelfde, want er was altijd wel een leerling die ter plekke iets anders verzon. De onverwachte momenten maakten het nog vermakelijker. Wanneer een kind het even niet meer wist en zei; “en toen en toen en toen...” dan reageerde een ander kind met “toen ging ie met pensioen...”. Dat was lachen. Ook was er eens een heel klein meisje dat na haar act niet meer van het toneel af wilde en bleef doorgaan met allerlei verzinsels. Ze vond het veel te leuk. Het publiek bulderde van het lachen. Bij een van de voorstellingen in Diligentia werden we allemaal na afloop verrast; een van de ouders, een Haagse bloemenman (ik meen te herinneren dat het de heer Hofman was) zorgde ervoor dat alle 120 leerlingen op het podium een grote bos bloemen kregen. Dat was een prachtig moment.

Begin jaren tachtig kregen we contact met de NOS-producent Paul Muller en werkten we mee aan de Vrije Productie Over en Sluiten, onder regie van Claas Rusticus. De audities werden in de V.A.W.-studio afgenomen. Een deel van de film werd opgenomen in het gebouw van de Carolusschool aan het Westeinde. En ook de zolder werd gebruikt. Janine (de vrouw van Joop van den Ende) was regieassistente van Rusticus. Zij scoorde een mooi antiek schilderij van de schoolzolder, en ikzelf ook. 

De schooldirectie Anton Smithuis vond het leuk. Immers, de filmscènes die zich afspeelden op zijn school golden ook een beetje als reclame voor de school. De film werd in 1984 door de NOS op TV gebracht. Twee Haagse leerlingen, Renée Petiet en Willy Heymans, kregen de hoofdrollen en een tiental leerlingen de bijrollen. De crew van de film heeft avonden genoten bij de gastvrije familie Vermolen aan het Slijkeinde. Dit waren de overburen van Willy Heymans, de hoofdrolspeler van de film. Bij de familie Vermolen (van de oliebollen) werd gefeest en gedronken. En er werden spelletjes gespeeld in de vrije uurtjes. De crew zal deze avonden niet gauw vergeten zijn.

De film heeft het theater ook als het ware gered, want de Gemeente Den Haag liet begin jaren tachtig weten dat de subsidie zou worden stopgezet vanwege bezuinigingen. Na deze film en demonstraties bij het Stadhuis, waar ruim honderd leerlingen in meeliepen, kwam hier gelukkig verandering in. Marga van Praag van het NOS-jeugdjournaal besteedde in de uitzending veel aandacht aan het theater, wat ons erg hielp. Toenmalig wethouder A. Van Lier van Kunstzaken was van mening dat Van Alles Wat reden van bestaan had. De subsidie kwam dan ook opeens rechtstreeks bij Kunstzaken vandaan, zodat de dreigende wolken verdwenen. Dat betekende wel dat het theater niet meer onder de toenmalige begeleidingscommissie van Cultuur van de Gemeente viel. Deze commissie geloofde namelijk niet dat de ideeën van de uiteindelijke producties van de leerlingen zelf kwamen, door improvisatie. Later dacht de Commissie daar gelukkig anders over, maar de subsidie bleef vanuit Kunstzaken komen.

Vanuit de Kievietschool in Wassenaar kreeg ik een baan aangeboden in Qatar. Op de Al Ali Dutch school, waar veel kinderen van Shell-medewerkers zaten, was behoefte aan creatieve vakken. Na 12 jaar Van Alles Wat vertrok ik in 1985 naar het Midden-Oosten, maar het theater bleef bestaan. Ik gaf het theater belangeloos aan Rebecca van Leeuwen. Van Alles Wat is later verhuisd naar de Oude Bibliotheek aan de Bilderdijkstraat. Vanaf 1985 tot heden is het theater er nog, onder pseudoniem Rabarber. Maar het is nog steeds Stichting Kindertheater Van Alles Wat gebleven, dankzij de Gemeente Den Haag die het theater op die naam subsidieert. Wellicht kunnen oud-leerlingen zich nog herkennen op de foto’s uit die jaren 1973 tot 1985.


Details

  • Schrijver

    Len van der Maaten
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    De start aan het Westeinde 18
  • Editie

    19-2021

Meest gelezen artikelen