Skip to main content

Moorse paleizen in Den Haag


Het strandseizoen is in volle gang en op weg naar Scheveningen via de Badhuisweg valt weer op hoe mooi de entree van Scheveningen is. Het Kurhaus heet je al van verre welkom met haar markante koepel. Het is dan ook moeilijk voor te stellen dat dit prachtige gebouw op het nippertje van de sloop is gered. Twee vergelijkbare monumentale gebouwen lukten dat niet: De Haagse Dierentuin en Seinpost.

De Haagse Dierentuin

De eerste dierentuinen in Nederland waren geen vakantieattracties zoals nu. Het waren serieuze collecties van exotische planten en dieren, ondergebracht in monumentale gebouwen en verzameld door eerbiedwaardige genootschappen. Na Amsterdam (1838) en Rotterdam (1857) kreeg Den Haag in 1863 haar eigen Dierentuin. Het Koninklijk Zoölogisch en Botanisch Genootschap gaf opdracht tot de verzameling en liet een bijzonder entreegebouw neerzetten op de hoek van de Koningskade en de Benoordenhoutseweg, waar nu het Provinciehuis staat. Het was een prachtig gebouw met koepels en balustrades dat in de volksmond al snel het ‘Moors Paleis’ werd genoemd. Modern voor die tijd was dat het gebouw niet alleen als entree voor de dierentuin fungeerde, maar ook geschikt was voor tentoonstellingen, grote diners en ontvangsten, theatervoorstellingen en manifestaties. De prachtige plafondschilderijen, de galerijen op de eerste verdieping en de grote kroonluchters zorgden voor een imponerend geheel.

De verdiensten uit de verhuur waren hard nodig om de hoge kosten van de zorg voor planten en met name de dieren te dekken. De inkomsten uit de entreegelden vielen tegen door de crisis maar ook door de kleine collectie. Het aantal leeuwen en tijgers was beperkt, evenals het aantal olifanten dat de meeste tijd beperkt bleef tot slechts één exemplaar. Critici zeiden wel eens dat in het circus meer wilde dieren te zien waren dan in de dierentuin. Uitbreiden van de tuin zat er helaas niet in, omdat aan alle kanten óf bebouwing of grote wegen lagen. Met de komst van Dierenpark Wassenaar in 1937 kwam er zelfs een geduchte concurrent bij.

Atlantikwall

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog kreeg de Haagse Dierentuin steun uit onverwachte hoek, door de komst van een groot aantal wilde dieren. Bij het bombardement van Rotterdam was de Diergaarde daar verwoest en moesten de dieren in allerijl elders worden ondergebracht. Artis en Den Haag namen de wilde dieren op, terwijl voor de andere dieren in de stad onderdak werd gevonden. De nieuwe leeuwen, panters en tijgers trokken veel publiek, maar dat was van korte duur. De Duitse bezetter startte langs de kust met de aanleg van de Atlantikwall. De tankgracht liep dwars door Den Haag en met name dwars door de Dierentuin. Nu moesten hier de dieren verplaatst worden en gingen de wilde dieren naar Artis en naar het nieuwe onderkomen in Rotterdam, Blijdorp. De overige dieren kwamen in geïmproviseerde hokken op het Malieveld te staan of werden overgebracht naar het Zuiderpark. De Hagenaars in Zuid-West waren gewend aan herten in hun park, maar kregen op de speelweiden nu met lama’s en zebra’s te maken. Na de oorlog duurde het geruime tijd voordat de versperringen waren opgeruimd. Van de mooie tuin en kassen was niets meer over, maar de herinrichting werd wel ter hand genomen. De dieren kwamen echter niet meer terug. 

Theaterzaal

Het hoofdgebouw werd in de oorlog gespaard en gebruikt voor manifestaties van de NSB. In 1946 kwamen de vertrouwde theatervoorstellingen weer terug, evenals de tentoonstellingen van duiven en kippen, de autoshows, de jaarlijkse uitvoeringen van gymnastiekverenigingen, operettegezelschappen en het schooltoneel; nieuw was ook de Pasar Malam. Het kan niet anders dan dat duizenden Hagenaars in de jaren vijftig en zestig een keer een bezoek aan de Dierentuin hebben gebracht. Toch bleek de exploitatie onhoudbaar en in 1968 besloot de gemeenteraad het Moorse Paleis vanwege de slechte staat van onderhoud te slopen ten faveure van een nieuw Provinciehuis.

Seinpost

De architect van de Haagse Dierentuin, Herman Wesstra, zal zich in zijn graf hebben omgedraaid bij het horen van het nieuws dat zijn Moors Paleis, de parel van de stad, zo verwaarloosd was dat het moest worden gesloopt. Een aantal jaren later overkwam dat lot een tweede parel die hij ontworpen had: Grand café-restaurant Seinpost. In 1887 werd zijn creatie op het hoogste duin van Scheveningen geopend. Ook dit gebouw was imposant met koepels en torens, met balustrades en veranda’s. Majestueuze trappen van het terras naar het strand en van de oprit naar de entree gaven de bezoeker bij het binnengaan het gevoel een filmster te zijn. In Seinpost was een bistro, een restaurant, een café chantant en een theater gevestigd, met iedere avond livemuziek en voorstellingen. De theaterzaal met 750 zitplaatsen kon zich meten met de andere theaters in de stad, zeker qua luxueuze aankleding. Na de oorlog was het armoe troef in Den Haag. 

Er was wel behoefte aan vertier maar niet meer aan de luxe en grandeur van weleer. Ook het luxe toerisme uit met name Duitsland lag nagenoeg stil. Geen wonder dat de exploitatie steeds moeilijker werd. In 1951 werd de theaterzaal omgebouwd tot bioscoop en werd het paviljoen gesloten. In 1975 viel het doek definitief voor Seinpost. Het Kurhaus, dat net zo’n moeilijke periode doormaakte, kon op het nippertje vanwege plaatsing op de monumentenlijst. Voor Seinpost was dat echter te laat. Zo verdween na de Dierentuin het andere Moors Paleis.

Wat blijft

Wanneer monumentale gebouwen worden afgebroken, wordt er meestal wel iets bewaard. Kunstwerken of karakteristieke bouwobjecten die dan vervolgens worden verwerkt in de nieuwbouw. De Haagse Dierentuin leeft nog voort in de Dierentuinbrug over de Koningskade naar de Houtkade. In de kopse kanten van de brug zijn fraaie reliëfs van de fabels van De la Fontaine bewaard gebleven. Voorts zijn in de tuin van het Provinciehuis drie beelden van een poema, uil en een adelaar te vinden als herinnering aan wat er ooit was.

Van het oude Seinpost resteert alleen nog het beeld van de zeegod Neptunus met drietand. Dit beeld stond ooit boven op de koepel en staat nu bij de ingang van het nieuwe restaurant Seinpost. Een imposant kunstwerk, ooit behorende bij een imposant gebouw. Wat blijft is het uitzicht op de koepel van het Kurhaus vanaf de Badhuisweg of de pier. Het Kurhaus is geen Moors Paleis, dat is echt verleden tijd.


Details

  • Schrijver

    Ton van der Pijl
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Hoofdingang van het Seinpost theater en restaurant, ‘Hotel des Ambassadeurs’ met het Neptunus-beeld, 1910. Foto: collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    15-2021

Meest gelezen artikelen