Skip to main content

Een blik op het kantoorverleden


Kortgeleden trof ik in een oude schoenendoos die ik had overgehouden uit de erfenis van mijn overleden moeder een oude kantoorfoto van mijn vader, die zijn werkzame leven doorbracht als boekhouder bij het VNO en voorgangers. De foto deed mij terugdenken aan mijn eigen tijd als kantoorklerk bij de firma Rollo in de Alexanderstraat waar ik in 1975 in dienst trad als administratief medewerker liften. Als ik die tijd vergelijk met mijn laatste jaar bij het UWV is dat zo’n wereld van verschil dat ik besloot er mijn volgende artikel aan te wijden.

Eerst maar even terug naar de zwart-witfoto gemaakt op 18 september 1956. We bevinden ons op de Kneuterdijk nummer 8, waar in het gebouw van de Rotterdamse bank op de eerste etage zich het secretariaat van het Verbond van Nederlandse Werkgevers bevond, het latere VNO. Op de foto zit mijn vader rechts aan het loodzware metalen bureau tegenover chef de bureau, de heer Delfos.

Waar wij in deze eeuw de beschikking hebben over moderne bureaustoelen, verstelbaar in ontelbare standen, met kantelfunctie, verstelbare armleuningen, ergonomisch gevormde rugleuning, traploos verstelbare hoofdsteun, gasveer en waar mogelijk ingebouwd verwarmingselement, moest de ongelukkige kantoorklerk zich in de jaren zestig behelpen met een uit een buizenframe gevormd zitmeubel met alleen voorpoten, waardoor een mini-male vering werd verkregen. Menig medewerker is zo door het afbreken van de voorpoten na het te fanatiek wippen op de stoel onder het slaken van een ijselijke kreet in een salto achterover op de grond beland, de armen in wanhoop gestrekt, en de rug voor weken gekwetst of gekneusd.

Op het bureau staat een foto van mij als tweejarig jongetje. Met de huidige flexplekken is dat niet meer mogelijk en wordt van de medewerker verwacht dat na einde dienst het bureau leeg wordt opgeleverd en de persoonlijkheden in de locker worden opgeborgen. Mijn grootste ergernis was altijd plaats nemen aan een flexplek waar een collega de vorige dag een croissant had verorberd. Het UWV (mijn werkgever) leverde hiertoe spuitbussen met perslucht om het zwaar vervuilde toetsenbord weer arbo-vriendelijk te krijgen. Een op het oog nutteloos attribuut met gebakken lucht bleek daardoor toch een handig kantoorartikel.

Terug naar de werkplek van mijn vader waar we op zijn bureau, naast een groot vloeiblad een halfronde bureauaccessoire ontwaren met een houten knop en aan de onderkant een vloeiblad. Hier werd de net geschreven informatie in het grootboek ‘gedept’ zodat er geen vlekken ontstonden. Of dit apparaat een naam had is mij niet bekend, maar mijn vader had het over zijn vloeistempel. Verder op het bureau nog een bakelieten telefoontoestel met draaischijf. En mijn vader had als boekhouder de beschikking over een telmachine met telrol die een enorm ratelend geluid veroorzaakte. Aan het einde van de werkdag lag er een paar meter telrol als een lint over de kantoorvloer. Wij moesten het doen met een eenvoudige calculator, die tegenwoordig standaard in het computer-programma zit.

Een andere foto die ik uit de nalatenschap terugvond, is genomen bij Vredestein aan de Oude Haagweg. Daar was mijn opa Jochems boekhouder en op de foto is de inrichting van het kantoor zo mogelijk nog soberder en moest opa het doen met een stalen bureau, een gedateerde schrijfmachine en een postbakje. In de kamer ernaast brengt de directiesecretaresse verslag uit aan de directeur die, zoals wij dat noemden, in de vissenkom zat met een glasafscheiding naar ondergeschikte werknemers. De jeugd kan het zich nu niet meer voorstellen maar de oude schrijfmachine werd met de hand bediend, waarbij de letterstangen regelmatig in elkaar grepen en een kluwen metaal veroorzaakten. Dat dit de reden was voor het onlogische toetsenbord weet alleen de oudere werknemer nog - die ook regelmatig moest proberen het inktlint te vervangen zonder vuile handen te krijgen en fouten moest verbeteren door een strookje tipp-ex tussen de toetsen te stoppen, eerst de fout nogmaals moest typen en vervolgens de juiste letter(s).

Tenslotte nog een foto uit de oude doos: een vergadering bij het VNO. Op tafel staat nog een stenen asbak en de kantoorklerk rechts zit heerlijk aan een pijp te lurken.  

Zelf kwam ik op 2 april 1979 in dienst bij de Detam aan de Jan van Nassaustraat 46. Een oud herenhuis waar zich de ziektewet en WW bevond. Ik startte daar als controleur buitendienst, ook wel bekend als lekencontroleur. Bij binnenkomst meldde men zich bij souschef Stouthamer die genoeglijk een sigaar zat te roken. Na melding van aanwezigheid ging de bureaula van het slot en kreeg de eenvoudige medewerker vanuit een oud sigarenkistje van Elizabeth Bas twee muntjes voor de koffieautomaat. 

In de winter kenden wij dagen dat het onwerkbaar weer was buiten en hadden we kantoordienst. De ziekgemelde klanten kregen dan een eigen verklaring thuisgestuurd met antwoordenveloppe. Soms had je een fotokopie nodig. Dan legde je het origineel in een postbakje op het bureau van de heer Stouthamer. Die ging één keer per dag naar de sigarenboer in de Weissenbruchstraat, waarna de kopie eind van de dag beschikbaar kwam. Uiteraard moest de kopie eerst ‘besterven’ want anders veegde je de letters er zo weer af. Als je kantoordienst had, werd er na de lunch een extra muntje voor de koffieautomaat verstrekt. Later bij het UWV hadden we de beschikking over een koffiecorner met meerdere koffieautomaten met keuze tussen twaalf soorten koffie zoals latte, opgeschuimde melk, chocolademelk en zes smaken soep.

Uit de tijd dat het bureau nog vol stond met kantoorattributen heb ik er een paar verzameld. Zo zijn daar de magnetische papercliphouder, de nietmachine, de presse-papier en de ontnieter. De nietjes waren van Rijam, Lintel of SVH, de inkt voor de vulpennen van Gimborn en de grotere kantoormachines van Efficiency in de Piet Heinstraat. 

De tijden zijn veranderd. Voordat ik in 2020 met pensioen ging, was het UWV-kantoor aan de Platinaweg veranderd in een kantoortuin. Terwijl ik een telefoongesprek voerde met een van mijn klanten stonden twee collega’s een meter van mij vandaan te tafeltennissen. In een voormalige spreekkamer kreeg een andere collega een stoelmassage. Tegenover mij stond een collega met fysieke klachten op een loopband haar werk te doen terwijl een andere collega haar werk deed, zittend op een hometrainer. Intussen zaten vier collegae in een soort treincoupe te vergaderen, werd er in de afkolfkamer afgekolfd en werd in de gebedsruimte gebeden. Vanuit de kantine kwam de geur van verse croissants en koffie. Ik dacht destijds vaak terug aan de Detam. Daar was koffiejuffrouw An, en als ze langs kwam met de koffiekar met koffieketel terwijl jij op de wc zat, dan was je beurt voorbij en kon je wachten op de volgende koffieronde. Wat een verschil met tegenwoordig, waarbij je ook nog kunt kiezen voor thuiswerken met je favoriete koffie, airco en desgewenst de poes binnen handbereik. Maar mij niet meer bellen, ik ben met welverdiend pensioen!


Details

  • Schrijver

    Ruurd Berendes
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Het kantoor van de boekhouding in 1956
  • Editie

    19-2023

Meest gelezen artikelen