Skip to main content

Don Bosco Rijswijk 70 jaar


Op zesjarige leeftijd kwam ik in de Bergmannstraat in Spoorwijk wonen. Het was een katholieke arbeiderswijk met grote gezinnen. Aan het eind van de straat liep ik een bruggetje over en zo kwam ik aan in het Don Bosco jeugdcentrum. In het jeugdcentrum kon je deelnemen aan biljarten, tafeltennis, voetbal, judo, handwerken, knutselen, ballet en trommelen. Zelf zat ik op handenarbeid en trommelen. Ik was vooral een bekwaam figuurzager; allerlei dieren zaagde ik uit triplex. Veel meisjes zaten op ballet onder leiding van Loes van der Knaap. Een paar keer per jaar was er een optreden voor ouders in de grote zaal op het podium. Mevrouw Oostdam en mevrouw van Putten naaiden de tutu’s.

De soos en sociale werkgroep

Naast deze clubs was er de soos op woensdagmiddag en in het weekend. Hiervoor kocht je voor enkele dubbeltjes een maandkaart. In de grote zaal stond een biljart, een poolbiljart en tafeltennistafels. Aan de bar kon je allerlei spellen ophalen. Elke zondag speelde ik er met vrienden Monopolie. We speelden net zolang tot er een winnaar was. Een groep kinderen was actief voor bejaarden uit Spoorwijk. In de grote zaal werden toneelstukjes opgevoerd, Pippi Langkous gezongen en balletvoorstellingen opgevoerd. De werkgroep verzorgde een Sinterklaasfeest voor de kleintjes. Elk jaar was ik een week voor het Sinterklaasfeest al Zwarte Piet. We bezochten elke avond, een week lang, drie gezinnen. Op een avond reden we naar Bromsnor, de veldwachter van de televisieserie Swiebertje. Wat woonde die man eenvoudig. Toen verdiende je niet veel aan televisiewerk. We gingen bij hem langs omdat hij belangeloos optrad in zijn politie-uniform voor de bejaarden. In uniform zwaaiend met zijn knuppel rende hij door de zaal op zoek naar Swiebertje. Ook organiseerde de werkgroep klaverjassen voor bejaarden. Na twee uur kaarten stond de zaal blauw van de zware shag. Mijn zusje stond achter de bar. Vele flesjes bier werden door haar geopend. 

Filmmiddag en de Duinenmars

Eens per twee weken was er op zondag filmmiddag in de grote zaal. Elk jaar dezelfde films: Pater Don Bosco, Tarzan, Rin Tin Tin, cowboyfilms en vooraf Laurel en Hardy. De zaal zat vol, met wel honderd kinderen. In de pauze was het rennen naar de bar voor lekkere ouderwetse spekkies en sleuteldrop. Er werden groepjes van vijftien kinderen gevormd voor het lopen van 15 km Duinenmars. We trainden niet en je liep met je alledaagse schoenen. De tweede keer zei ik met veel bravoure: “Ik loop makkelijk de 40 km uit”. Na tien kilometer liep de groep terug en moest ik door. Vlak voor sluitingstijd was ik, totaal kapot, terug aan het beginpunt. Alleen terug met de bus. Vol trots liet ik later wel mijn medaille voor 40 km zien.

Zomervakantie met kamp en vakantiebos

In de zomervakantie was de soos de hele week open met als hoogtepunt een week kamp en een week vakantiebos. Een uitkomst voor alle ouders! Ik ging op kamp naar Kootwijk, midden in de natuur van de Veluwe. Voor het eerst van mijn leven een week weg van huis. De meiden gingen naar Assel. De reis werd gemaakt met de bus van de BAB. Het vakantiebos was een week met allerlei activiteiten. Met de bus gingen we naar Duinrell of Drievliet. Hutten bouwen van sloophout in het Zuiderpark, waar je een nacht mocht blijven slapen. In het Don Bosco-bos werden speurtochten uitgezet en waren er viswedstrijden in de vijver. 

We gingen ook graag in de grote holle boom aan de zijkant van het jeugdcentrum klimmen. De top was 25 meter hoog en je keek uit over heel Rijswijk. Ook stond het water rond het eiland in de zomer laag. We maakten van stenen en hout een brug naar het eiland en speelden Robinson Crusoe. Op een gegeven moment kwamen er ratten uit holen. In twee tellen waren we van het eiland af. 

Don Bosco koor

Rond 1965 begon Pater Sjoerd Minnema een koor en we zongen katholieke liederen tijdens de mis in de Jeroenkerk. We oefenden in Don Bosco en er zaten meer dan honderd kinderen op. Mevrouw Been naaide de jurkjes en pakjes. We zongen ook in Gereformeerde kerken, waar je normaal nooit kwam. Deze kerken waren sober en de dominee was getrouwd. Wat ik nooit zal vergeten, is het optreden met Kerst in de Scheveningse gevangenis. We stonden op het podium in de recreatiezaal te zingen voor criminelen. In de zomer van 1967 gingen we met het koor op kamp naar Joure. De meiden sliepen in een ontruimde stal. De vier jongens sliepen op de boot, waarmee we gingen varen. De eerste nacht ging ik naar de meisjesstal. Als straf moest ik de volgende dag de boot soppen. Op blote voeten stond ik het dak te schrobben, gleed uit en viel over de reling in de vaart. Een stuk vlees eruit, net onder mijn knie, dus ik moest naar de huisarts waar het zonder verdoving werd gehecht. De eerste paar dagen werd ik door leuke meiden van het koor rondgereden in een rolstoel. Het litteken onder mijn knie herinnert mij nog altijd aan die week. In het najaar van 1967 kon ik het niet nalaten de grapjas uit te hangen tijdens een repetitie. Hoe meer de meisjes lachten, hoe leuker ik het vond. Bij Pater Sjoerd Minnema was de maat vol en ik werd weggestuurd. Als ik mijn excuus aanbood mocht ik terugkomen, maar dat weigerde ik, dus dat was het einde van het koor. 

Don Bosco Drumband

In 1967 werd de drumband opgericht. Joke Janssen liep vooraan, als leider van de Majorettes. Daarachter de trommels met als leider Nico Rexwinkel en dan meiden met timbales. Ze zochten nog vier hoornblazers voor de achterste rij. Dat leek me wel wat! Soms moesten we in de winter op straat spelen. Hoorn blazen is dan zeer lastig, doordat het koper ijskoud is. Nico Rexwinkel gaf dan met zijn vingers aan dat wij het volgende nummer moesten blazen. Tegen de anderen zei ik: “Net doen of we het niet zien”. Na verschillende pogingen gaf Nico het op. Vaak liepen we via de Bergmannstraat terug naar Don Bosco. Ik had het door de kou wel gehad en liep meteen mijn ouderlijk huis in. Ook had ik geen zin mijn groen uitgeslagen hoorn te poetsen
en liet mijn jongere zus, tegen betaling, mijn trompet poetsen. 

Paters treden uit

In de zomer van 1968 was het uittreden van de Paters in Don Bosco. Na de zomer droegen de Paters een spijkerbroek en trui. Zuster Juliana werd Gini en Pater Berghout werd Wim. Gini werd niet veel later Gini Berghout.

Vrijwilliger bij het vakantiebos

Op mijn achttiende werd ik een week vrijwilliger bij het vakantiebos. Ik kreeg er 250 gulden voor. Bij de briefing kreeg ik tien jongens van acht tot twaalf jaar onder mijn hoede. We gingen naar het buitenbad in Rijswijk. In het water gingen alle jongens aan mij hangen en stoeien. Verzopen kwam ik thuis. Toen we naar Drievliet gingen, waren na vijf minuten alle jongens verdwenen. Gelukkig had ik gezegd dat er om 12.30 uur broodjes klaar stonden. Keurig kwamen ze aanlopen, maar na de lunch wilde ik dat ze bij mij bleven. Ik moest met hen in een boot die heen en weer schommelde en steeds hoger ging. Na twee minuten was ik misselijk maar ik kon er pas na tien minuten uit! 

Het waren mooie jaren van 1961 tot 1973, de cirkel was rond. Ik kijk uit naar de reünie op 16 augustus 2023 van 13.30 uur tot 15.30 uur, Julialaantje 26 te Rijswijk!


Details

  • Schrijver

    Ben Vos 
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Kamp Joure van het Koor
  • Editie

    10-2023

Meest gelezen artikelen