Skip to main content

Ja, dat ben ik dus, reeds…


Het is alweer 25 jaar geleden dat deze kreet verstomde toen Dolf Brouwers op 23 september 1997 overleed. Dolf Brouwers wordt terecht beschouwd als een Haags icoon. Toch is hij niet in Den Haag geboren maar in de Utrechtse Kanonstraat, op 31 augustus 1912, als jongste van het gezin. Vader werkt als coupeur bij de firma Dijkhof Modemagazijnen. Als de firma een jaar na de geboorte van Dolf een filiaal opent in Den Haag, verhuist het gezin Brouwers naar Den Haag.

De geboorte van Sjef van Oekel

Als Dolf twaalf jaar is zegt hij de school vaarwel. Hij wordt timmermansleerling bij een familielid, wat hem totaal niet bevalt, gaat op zijn veertiende werken bij een kapper, waar hij leert knippen en scheren. Daar komt hij via een klant in aanraking met de operette. Dolf, die al sinds zijn jeugd bij een operettevereniging zingt, pakt zijn kans en gaat werken als korist bij de Residentie Operette, waar hij zijn toekomstige vrouw Greet leert kennen. Er volgen nog vele beroepen, maar de rode lijn blijft toch het zingen. Dolf zingt voor de radio bij de VARA, als vervanger van Max van Praag. Maar leven van het artiest-zijn wil niet echt lukken. Zo wordt hij zingende kapper bij de Holland-Amerika lijn en later zingende reisleider op een bus naar Wenen. Intussen wordt Dolf lid van de Haagse Artiesten Club en vermaakt daar met een vriend regelmatig de aanwezigen met een act in het Vlaams. Voorzitter van de HAC Harry Touw - bekend als Fred Haché - vraagt Dolf vanwege die Vlaamse act om mee te doen met een programma op de VPRO. Daar ontmoet Dolf Wim van der Linden en Wim T. Schippers. Hij krijgt een rolletje als de Vlaamse frites bakker S. van Oekel in de Fred Haché Show. In de periode 1971 tot januari 1973 doet Sjef (Dolf vond dat de Belgische patatbakker de voornaam Sjefke of Sjef moest hebben) een aantal kleine bijrollen in de Fred Haché Show. Na het vertrek van Fred Haché - Harry Touw gaat door als moppentapper - wordt Barend Servet (IJf Blokker) de hoofdfiguur van de show en de VPRO vraagt Dolf de inleiding te doen als iemand in een smoking die teksten van papier voorleest. Dolf eindigt een theatraal en chaotisch verhaal met de zin “Ik word niet goed”. 

Wim T. Schippers ziet mogelijkheden voor Dolf. Maar pas in de laatste Barend Servet show, de kerstshow in december 1973, is er een grote rol voor Sjef van Oekel. Hij zingt maar liefst vier liederen: Vette Jus, Juliana, onze vorstin, Waar Hebt Dat Nou Voor Nodig en het Wilhelmus. Ook lanceert Sjef hier de term ‘pardon, reeds’. De legende Sjef Van Oekel is geboren. Er komt een Van Oekel’s discohoek met als hoogtepunt de televisieshow op tweede kerstdag 1974, waarin Sjef voluit in de fietstassen van zijn boekhouder ir. Evert van der Pik ging liggen kotsen. Henk van der Meyden doet een mislukte poging een boycotcampagne tegen het programma op te zetten. Hij hield geen rekening met de jeugd die Sjef van Oekel in het blad Muziek Expres verkozen tot populairste televisiepersoonlijkheid van 1974. Dolf ging als Sjef van Oekel gouden tijden tegemoet en zijn kreten als ‘reeds’, ‘pardon reeds’, ‘dat ben ik dus’ en ‘wordt het toch nog gezellig’ werden geheel opgenomen in het Nederlandse taalgebruik.

Luv’ en de prins

In 1978 was Dolf te zien in het programma Het Is Weer Zo Laat (Waldolala) als nachtclub-eigenaar Waldo van Dungen. Het programma was ook de springplank voor Luv’, die hier hun eerste hit You’re very welcome to Waldolala (U.O.Me) lanceerde. In deze periode kon het publiek geen genoeg krijgen van de grappen en grollen van Dolf Brouwers. Hij werd overal voor gevraagd, van tv-shows tot winkelopeningen, van bedrijfsfeesten tot privé-optredens. Hij werd een keer thuis gebeld door iemand die zich voorstelde als prins Willem-Alexander. Dolf reageerde afhoudend met “Ja, dat kan iedereen wel zeggen. Dat geloof ik pas als u bij mij aanbelt.” Even later werd er aangebeld in het Slijkeinde en stond prins Willem-Alexander voor zijn neus. Of Dolf wilde optreden op een studentenfeest dat hij organiseerde. 

Schots klokkenspel

Een ander heel apart avontuur was de trip naar Schotland met Dolf, waar ik persoonlijk bij mocht zijn. Het management van Earth & Fire had het plan opgevat een vliegtuig vol met persmensen voor een gouden plaatuitreiking over te vliegen naar een Schots kasteel in de buurt van Edinburgh. Maar eerst werd er nog gestopt bij de whiskystokerij van The Famous Grouse. Het gezelschap werd ontvangen door een paar man in Schotse kilt, waarvan er een de burgemeester bleek te zijn, die de verzamelde pers wilde overtuigen van de kwaliteiten van Schotland en in het bijzonder van zijn dorpje. Daarvoor klom hij op een klein trapje opdat hij een goed overzicht had en, naar hij hoopte, iedereen hem goed kon horen. Diegenen die hem wilden horen hadden daar alle gelegenheid voor, want het grootste gedeelte van het publiek was muisstil en hield gespannen de heer Brouwers in de gaten. 

In het vliegtuig was er op een gegeven moment een discussie ontstaan over het wel of niet dragen van een onderbroek door Schotse mannen onder hun kilt. Een deel wist zeker van niet en een ander deel wist zeker van wel, maar het overgrote deel wist het helemaal niet en was nu toch wel uiterst nieuwsgierig wat het goede antwoord was. Bij het betreden van de zaal in de whiskystokerij waren de Schotten in hun kilt direct opgevallen en voorganger in de baldadigheid, Dolf Brouwers, had de geïnteresseerden beloofd ze, op wat voor manier ook, het verlossende antwoord op deze prangende vraag te bezorgen. Alle ogen waren dus gericht op onze Dolf, die zich uiterst omzichtig een weg baande naar de burgemeester op zijn verhoging. De man was vol vuur zijn rede aan het afsteken in de veronderstelling dat hij een uiterst geïnteresseerd gehoor had. Zonder dat de burgemeester het in de gaten had, was Dolf hem tot op enkele passen genaderd. De spanning in de zaal was bijna tastbaar. 

Terwijl de burgemeester vol vuur de kwaliteiten van zijn dorpje nogmaals aanprees, stortte Dolf zich met een klap op de grond, met zijn hoofd precies onder de verhoging waarop de burgemeester stond. In zijn val had hij zich half omgedraaid en lag nu op zijn rug met zijn gezicht naar boven gericht. Alle Schotten haastten zich om Dolf weer overeind te helpen en informeerden bezorgd of hij zich had bezeerd. Moesten ze een ambulance bellen? Was er een dokter in de zaal? Ze begonnen al nattigheid te voelen toen praktisch niemand van de Hollanders een poot uitstak, ja sterker nog, sommigen zich proestend van de lach afwendden van dit tafereel. Het werd ze allemaal duidelijk toen Dolf weer rechtop stond en triomfantelijk en met een grote glimlach op zijn gezicht uitriep: “Potverdomme, wat hebben die Schotten een mooi klokkenspel, reeds!” Later, op het Schotse kasteel werd Dolf zelf ook in een Schotse kilt gehesen, wat tot veel hilariteit leidde.

 

 


Details

  • Schrijver

    Aad Spanjaard
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    VPRO-televisie opnamen serie ‘Waldolala’ met Dolf Brouwers (bekend als Sjef van Oekel) als Waldo van Dungen. Foto: Rob Bogaerts, Anefo, Wikimedia
  • Editie

    18-2022

Meest gelezen artikelen