Skip to main content

Opgroeien in de Fultonstraat


Als kind hebben we allemaal onze herinneringen. Belevenissen van vroeger die tekenend zijn voor die tijd. Voor mij zijn ze dierbaar, ik kijk er met een warm gevoel op terug. Graag wil ik u deelgenoot maken van mijn kindertijd in de jaren zestig, met beelden die dat weergeven. Er zullen vast wel herkenbare elementen voor u bijzitten. Beleef een Haags straatbeeld van toen.

Ligging Fultonstraat

Gelegen in het Valkenboskwartier, tussen de Weimarstraat en de Galileistraat, ligt de Fultonstraat, in westelijke richting grenzend aan de Marconistraat en in oostelijke richting de Beeklaan. De straat is vernoemd naar Robert Fulton (1765 – 1815): schilder, ingenieur en uitvinder van onder meer de stoomboot en de duikboot. De straat kenmerkt zich door huizen die gebouwd zijn in de twintiger en dertiger jaren, met aan één kant beeldbepalende portiekwoningen met tuintjes aan de voorkant. De andere zijde laat rijtjeshuizen zien met een klein balkonnetje op de eerste etage aan de straatkant. Daar hadden wij op nummer 76 ons dubbel bovenhuis. De straat ligt min of meer op de grens van het zand en het veen, zoals men dat in Den Haag zo treffend weet te benoemen. Dat is iets uit vroegere jaren toen Den Haag nog niet zo groot was en het verschil tussen arm (het zand) en rijk (het veen) duidelijk te zien was. De Laan van Meerdervoort was toen de scheidslijn. In mijn kinderjaren kon je dat nog zien aan de duurdere huizen en de uitstraling daarvan, beginnende halverwege de Beeklaan richting Scheveningen. Over het zand en het veen praten we nu allang niet meer; de Haagse bevolking is gemêleerder geworden. Nu wordt gesproken over de Hagenaar en de Hagenees, maar dat is weer een ander verhaal.

De straat

Als spelend kind had je de hele straat tot je domein. Hier en daar verstoort door een auto, waarvan je sommige in je speelveld betrok als zijnde sloopauto; een afgedankte auto die je met je vriendjes tot eigendom maakte. Je was de chauffeur en maakte verre reizen maar óók moest het voertuig het ontgelden door de sprongen die wij op het dak van de auto maakte. We genoten van ‘onze auto’ zolang het kon. Ook Ivanhoe en Bonanza beleefden op straat hun avonturen die zich op ons netvlies genesteld hadden. De televisie was daar de oorzaak van. Wij waren dan de helden met zwaarden van plastic of pistolen met klappertjes. Zelfs een simpel stukje hout kon al fungeren als volwaardig wapen. We hebben elkaar toen menigmaal ‘doodgemaakt’, maar kwamen er altijd weer levend vanaf. Spelend geweld op straat, maar ik ben er geen crimineel in de dop mee geworden. Het was voor ons onschuldig vermaak.

Vertier binnenshuis

Toen de eerste tv’s in de huiskamers belandden, ging je bij de buren tv kijken. Zelf hadden wij geen tv, omdat het voor mijn ouders te duur was of ze waren er nog voor aan het sparen. In ieder geval keek ik met mijn vriendjes op de woensdag- en zaterdagmiddag niet alleen naar onze ridder- en cowboyhelden, maar ook zagen wij Gompie, Pipo, Slik de Slak, The Flinstones en ander tv-vermaak. Het waren televisiebelevenissen die indruk maakten en ze werden veraangenaamd met limonade en een mariakaakje, wat je van de buurvrouw kreeg. Over buurvrouwen gesproken, bij sommigen was je ook welkom om een boodschap te doen, wat dan weer resulteerde in een dubbeltje of zelfs een gulden als dank.  Van het geld dat we kregen voor de geleverde diensten gingen we naar de kruidenier op de hoek om ons te voorzien van het nodige snoepgoed - wat vervolgens de tandarts weer blij maakte, maar dat terzijde. Minder aangename buurvrouwen wilden nog weleens tegen je schelden als je in het portiek speelde; volgens hen maakte je dan rommel. Als je niet snel genoeg weg was dan stond de emmer water al klaar om je weg te jagen. Sommigen dreigden zelfs met emmers chloorwater. De dreiging met wat dan ook ging onze ouders regelmatig te ver en ze spraken dan ook een hartig woordje met de desbetreffende buurvrouw.

Buitenspelen

Met balspelen als fopbal, stoeprandje, bordjetik en natuurlijk voetbal vermaakten wij ons ook. Veel ballen kwamen in de dakgoot terecht of braken een raam. Tja, en dan werd er ook weleens eentje lekgeprikt of in beslag genomen. Diverse adressen in de Fultonstraat zullen vast nog wel een voorraadje ballen van toen hebben liggen. De eerste verliefdheden kregen vorm tijdens een partijtje badminton. De kalverliefde sprankelde, je was vereerd dat je met haar een shutteltje mocht slaan. En langs haar huis lopen kon een hoogtepunt zijn als je een glimp van haar in de woonkamer kon opvangen. Je kon er in je kamertje als tienjarige jongen van dromen. Allemaal heel pril en onschuldig. Zwerven met je vriendjes in de buurt was ook een leuke bezigheid. Dat begon met een blokje om via de Weimarstraat, wat later ‘wereldwijder’ werd, richting Beeklaan en andere straten. Zo ontdekten we bijvoorbeeld donkere huizen met veel katten, maar ook dat het hekwerk voor de ramen van een juwelier lawaai maakte. Door eraan te rammelen ging het alarm af. Dan renden we vlug weg, want oom agent kon wel eens in de buurt zijn.

Zakcentje verdienen

Met het ophalen van oude kranten werd onze financiële bestedingruimte wat ruimer. De oude kranten stapelden we op een houten kar die we zelf hadden gemaakt. Het geld dat we hiervoor kregen, was niet alleen voor snoepgoed, maar ook stripboekjes als Dick Bos verdienden de aandacht. Mijn stripboekenverzameling telt nu zo’n vijfduizend albums.

Sneeuwbalgevecht

De winters konden koud zijn; pakken sneeuw en zelfgemaakte ijsbanen sierden dan de straat. Een sneeuwpop die we met man en macht gemaakt hadden, staarde ons met steenkooloogjes aan. Ook de sneeuwbalgevechten kan ik mij nog levendig herinneren. Dit begon met je vriendjes onderling, maar in de late middagen en avonden wilden de vaders ook wel een partijtje meegooien. Wat was je trots als je eigen vader ook een paar rake ballen gooide naar de overbuurman!

Het touwtje hing bij ons altijd uit de deur. Als kind kon je dan makkelijk in en uit lopen. Menig vriendje en vriendinnetje mocht ook mee naar huis om te spelen en eventueel mee te eten. We waren een groot gezin en hadden daardoor ook veel aanloop. We hadden altijd een welkom thuis. Eigenlijk was het ouderlijk huis en de straat een groot speelveld, een fantasierijk dromenland. Als kind mag ik dankbaar zijn voor deze fijne kindertijd. Ik kijk er met plezier op terug.


Details

  • Schrijver

    Ruud Weber
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Fultonstraat jaren zestig, met twee van mijn broers en ik in mijn cowboypakje
  • Editie

    23-2020

Meest gelezen artikelen