Skip to main content

Op zoek naar Pim Hofdorp


Heeft Parijs commissaris Maigret en Amsterdam commissaris De Cock, Den Haag heeft commissaris Aremberg. Een speurder die weliswaar meer dan veertig jaar terug met pensioen ging, maar wiens roem voortleeft in de misdaadmysteries van Pim Hofdorp. In dit artikel aandacht voor deze populaire detectiveschrijver van toen, die zoveel zaken over zichzelf succesvol verborgen wist te houden.

Hofdorp/Kierdorff

Pim Kierdorff, want zo heette hij in werkelijkheid, werd op 4 februari 1912 te Den Haag geboren. Zijn wieg stond in de Copernicusstraat 119, maar hij groeide op aan de Valkenboslaan 314 en de Suezkade 168/167. Zijn voorouders – de achternaam wijst er natuurlijk meteen op – waren Duitsers en kwamen omstreeks 1840 naar hier. Pim doorloopt de lagere school in de Galvanistraat en gaat vervolgens naar de HBS aan het Stokroosplein, tijdens de oorlog afgebroken. Hij levert er diverse literaire bijdragen aan de schoolkrant, zo vertelde hij later. Dat was in de periode dat hij zijn verleden reeds nijver aan het retoucheren was. Dat hij geen vlotte leerling was, blijkt uit het feit dat hij pas in juni 1932 als twintigjarige zijn einddiploma behaalt. En dat nog wel via het particuliere en strenge onderwijsinstituut Tymstra in de (1e) Sweelinckstraat. Pim gaat vervolgens naar de Handelshogeschool te Rotterdam. De lessen daar laten hem blijkbaar voldoende tijd om zich meer en meer op te werpen als bevlogen aanhanger van het toen ook in ons land opkomend nationaalsocialisme. Aankondigingen van door Pim te houden lezingen en diverse artikelen van zijn hand in ‘zwarte’ bladen als Volk en vaderland en Nieuw Nederland tonen dit zonneklaar aan. Bovendien zou hij in die dagen deel hebben uitgemaakt van de redactie van het Nationale Dagblad, de krant van de NSB.

Java-Bode

Vanzelfsprekend heeft Pim daarover na de bevrijding het stilzwijgen bewaard. Maar zijn activiteiten in die vooroorlogse dagen dragen er ongetwijfeld aan bij dat hij in 1937 wordt aangenomen als verslaggever bij de Java-Bode. Dat uiterst behoudende blad werd uitgegeven in wat toen nog Batavia in Nederlands-Indië was. Voor Pim betekent dat een vertrek naar de Oost. Hij trouwt daar met Céline Kosturkiewicz (1911-2008). Van haar is niet veel

meer bekend dan dat zij ooit een schoolvriendinnetje was van Anna Drees, dochter van de latere minister-president. Vele jaren nadien stelt Pim dat zijn betrekkelijk korte verblijf overzee een rechtstreeks gevolg is van een hoogopgelopen conflict over een door hem geschreven artikel over de essayist E. du Perron. Hoofdredacteur Zentgraaff kon met die bijdrage volstrekt niet uit de voeten en zou zijn verslaggever daarom per direct zijn congé hebben gegeven. Maar of dat verhaal klopt? Zentgraaff stierf in 1940, zodat Pim de lengte kreeg om naderhand zijn eigen draai aan de gebeurtenissen te geven. Een tactiek die hij wel vaker toepaste. Pim en Céline keren in 1939 naar Nederland terug, waar hij nog datzelfde jaar gaat werken voor het persbureau Aneta.

Hoofd Cultuur Politieke Dienst

Pim en Céline hebben inmiddels twee kinderen als het misloopt tussen hen twee. In de herfst van 1941 gaat hij alleen op kamers wonen boven café-restaurant Zur guten Quelle in de (2e) Sweelinckstraat 158 – voor liefhebbers dé plek voor een Duitse maaltijd met dito bier. Een formele scheiding volgt in oktober 1942. Naar Pim jaren later heeft opgemerkt, wilde men hem bij Aneta graag hebben vanwege zijn voortreffelijke beheersing van de Duitse taal. In dat opzicht kan hij zich nog verder profileren als hij deel gaat uitmaken van de Presseabteilung van landvoogd Seyss-Inquart en er tevens een benoeming volgt tot hoofd van de door de bezetter ingestelde Cultuur Politieke Dienst, mede belast met de radioprogrammering. De uitzendingen dragen dus een sterk propagandistisch karakter. Dat blijkt ook het geval met de door Pim in die tijd geschreven hoorspelen. Zoals 24 uur Londen, dat op 17 mei 1942 de ether inging. In dit luisterdrama staat met veel bommengedruis de Duitse zege op een naar hart en ziel verdorven Engeland centraal. Dit alles is later voor Pim natuurlijk geen recommandatie gebleken. Tijdens de zuiveringen na de bevrijding krijgt hij dan ook een langdurig publicatieverbod opgelegd, met als gevolg dat hij als schrijver het alias Hofdorp gaat gebruiken en er bij vragen over zijn verleden in oorlogstijd steevast een grote duim tevoorschijn komt.

Nieuw huwelijk

In 1953 wordt Pim als medewerker aangesteld bij de Emigratieraad in Den Haag. Ook hier volgen botsingen met zijn superieuren, die in 1958 in ontslag resulteren. Hij is dan op een uitkering aangewezen en veel is dat niet. Maar gelukkig vindt zijn tweede vrouw in diezelfde tijd een goedbetaalde betrekking. Pim is in maart 1944 namelijk opnieuw getrouwd. Deze verbintenis met de spraakzame en elegante Louise Jansonius (1910-2002) zal kinderloos blijven. ‘Wies’ of ‘Wiesje’ woont in die tijd op een etage aan het Valkenbosplein 2, wat ook Pims nieuwe adres wordt. De schaarse historische gegevens over zijn volgende vier levensjaren duiden er vrijwel zeker op dat hij van april 1946 tot september 1947 als ‘foute’ Nederlander gedetineerd is. Er bestaan sterke aanwijzingen dat dat in kamp Crailoo bij Laren was. In elk geval kan Pims levensloop pas weer worden gevolgd vanaf oktober 1948. In het begin van die maand treffen we hem en Wies aan op een bovenwoning in de Antonie Heinsiusstraat 12. Daar legt hij als Pim Hofdorp eind 1958 al typend de laatste hand aan zijn eerste boek over commissaris Aremberg, Moord in miniatuur. Er zouden nog negentien delen volgen, terwijl de politiechef ook een gastrol vervult in Le Fromage de Hollande, een in 1961 verschenen Franse detectiveroman van Maurice Endrèbe. (In Nederlandse vertaling verschenen als Hollandse Kaas.)

Detectiveschrijver

In het jaar van uitgave van Moord in miniatuur wordt Pim geïnterviewd door de auteur en journalist Ab Visser, indertijd dé autoriteit op het gebied van de misdaadliteratuur. In diens artikel in De Telegraaf van 6 juni 1959 beschrijft hij Pim als volgt: “Een lange man, met een prettig, intelligent gezicht en een onopvallende haarkleur. Men zou hem voor een arts kunnen houden, met zijn onderzoekende ogen achter de brillenglazen, maar ook voor een hogere ambtenaar, een belastinginspecteur bij voorbeeld, voor wie men op zijn qui-vive moet zijn.” In 1977 zet die vermeende (belasting)ambtenaar een punt achter zijn loopbaan als detectiveschrijver. Want zoals Pim dat jaar opgeruimd aan een verslaggever van een Haagse krant meedeelt: “Ik ben nu 65 en krijg keurig mijn AOW. Voor de rest zoeken ze het maar uit!” Niettemin volgt er in 1981 nog de uitgave van een laatste boek, waarin (ook) Aremberg optreedt. Het is de bundel korte verhalen Als de eenden in de hofvijver. Ruim tien jaar na die publicatie bleek er nog steeds vraag te zijn naar Pims boeken, maar inmiddels waren die bijna niet meer te krijgen. Voor uitgeefster Els van Hijgevoort van Twinkle Star reden om in 1994 met een herdruk van de reeks te beginnen. Aldus zagen uiteindelijk tien avonturen van de commissaris opnieuw het licht in een eigentijds omslag van Ted van Onzen. De op 9 juni 1984 overleden Pim Hofdorp maakte die revival niet meer mee. Maar volgens zijn weduwe Wies zou hij het “wát prachtig” hebben gevonden!

 


Details

  • Schrijver

    Karel Wagemans
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Wilhelm Gustave Kierdorff
  • Editie

    17-2020

Meest gelezen artikelen