Skip to main content

Wat er gebeurde in 1888…


Al tientallen jaren duik ik als amateur-genealoog van akte naar document. Bij voorkeur doe ik dat in het Haags Gemeente- of Rijksarchief, waar ik in oude stoffige boeken mag snuffelen. Ik voel mij dan vaak een nieuwsgierige detective, gespecialiseerd in zoekgeraakte voorouders en verhalen. 

Gefascineerd door de feiten die met geïnkte ganzenveren of kroontjespennen zijn vastgelegd. Verdiept door mijn andere interesse, de Haagse geschiedenis. Wegdromend als ik voorouders koppel aan bepaalde gebeurtenissen. Zo heb ik een aantal favoriete perioden en jaren. De negentiende eeuw en de geschiedenis van de gewone man staan met stip bovenaan, waarbij het jaar 1888 meer dan mijn volle aandacht heeft. 

Misschien vraagt u zich als lezer van De Haagse Tijden af wat er zo bijzonder is aan het jaar 1888. Dat heeft alles te maken met mijn andere interesse, namelijk mysteries. Maar laten we bij het begin beginnen. In het jaar 1888 vindt in Den Haag een aantal interessante gebeurtenissen plaats. De Haagse schrijver Louis Couperus voltooit zijn zeer populaire debuutroman Eline Vere en vestigt daarmee zijn naam als schrijver. Op Hollands Spoor wordt met de bouw begonnen van een nieuw stationsgebouw met een koninklijke wachtkamer, waarvan het interieur uit de befaamde Haagse meubelfabriek Mutters komt. In 1888 wordt ook het verversingskanaal aangelegd om het afvoer van (vervuild) water uit de Haagse grachten via Scheveningen in de Noordzee te doen loodsen. Op het Malieveld en de Koekamp wordt een compleet dorp in diverse bouwstijlen gebouwd voor de Nationale tentoonstelling van Oude en Nieuwe Kunstnijverheid, waar tal van Nederlandse producten worden gepresenteerd. Aan de Stille Veerkade wordt de Haagse Kookschool geopend als voorloper van de eerste Nederlandse huishoudschool aan de Laan van Meerdervoort. 

Op het Ledigerf, een armoedig straatje in de Haagse volkswijk Kortenbos, besluiten in de herfstdagen van 1888 mijn directe voorouders, de 22-jarige straatmaker J.A.C. Kaffa en de 19-jarige dienstbode M.J.C. van der Lem met elkaar verder te gaan. Na de huwelijksafkondiging, die op 5 en 20 november onverhinderd en zonder protest vanaf het bordes van het stadhuis aan de Dagelijkse Groenmarkt werd afgeroepen, worden Jan en de hoogzwangere Martina op 5 december 1888 met elkaar in de echt verbonden. Op 22 december 1888 krijgen ze hun eerste kind. Een zoon die ook de initialen J.A.C. krijgt. Maar tot onbeschrijfelijk groot verdriet van de ouders overlijdt de kleine jongen drie maanden later. 

Zwangerschap en de voorbereidingen van het huwelijk vinden plaats, terwijl aan de andere kant van de Noordzee, in Whitechapel, een beruchte sloppenwijk in Londen, een beestachtige moordenaar de stad, het land en later de hele westerse wereld in een ijzeren greep houdt. Op vrijdagochtend 31 augustus 1888 wordt in Whitechapel het verminkte lichaam aangetroffen van de 43-jarige prostituee Mary Anne Nichols. Haar hals is doorgesneden en haar buik is van borstbeen tot haar middel met een groot mes opengehaald. Jack the Ripper heeft voor het eerst gruwelijk toegeslagen. In de septembermaand die volgt worden de 47-jarige Annie Chapman, de 44-jarige Elisabeth Stride en de 46-jarige Catharine Eddowes, allen prostituees, op barbaarse wijze vermoord. Alle slachtoffers worden met doorgesneden keel, zware verminking en zelfs met verwijderde organen op straat aangetroffen. De gruwel-daden zorgen voor hevige angst, ontzetting en woede onder de bevolking. Dat gevoel wordt versterkt als de politie een aantal bizarre brieven ontvangt die ondertekend zijn met Jack the Ripper, waarin hij details opnoemt, opschept over zijn daden en dreigementen uit. Maar het meest gruwelijke moet dan nog komen. 

Op 16 oktober wordt een brief bezorgd met de aanhef ‘From Hell’. De inhoud doet menig maag keren. De envelop bevat een halve menselijke nier waarvan de andere helft naar eigen zeggen is gebakken en opgegeten. Op de vroege ochtend van vrijdag 9 november 1888 wordt in een kamertje het ontzielde lichaam aangetroffen van de 25-jarige prostituee Mary Jane Kelly. Haar bed is doordrenkt met bloed en de muren bespat. Mary is in stukken gehakt. Haar gezicht en borsten zijn vrijwel weggesneden. Het vlees rond haar dijbeen is tot op het bot verwijderd en organen liggen op het nachtkastje.

Het nieuws dat een meedogenloze moordenaar de straten van Londen onveilig maakt, bereikt al snel het vaste land. Kranten schrijven er uitvoerig over. Het zorgt met name in de volkswijken voor paniek en angst. In december 1888 gaat het akelige gerucht dat op donderdag de 20e de Victoriaanse seriemoordenaar uit Londen zou komen om drie vrouwen te doden, als een lopend vuurtje door de straten en stegen van Nederland. Zo ook in Den Haag. Met angst en beven wordt de dag tegemoet gezien. Vrouwen komen hun bed niet uit, kinderen worden van school gehouden en in doorgaans drukke straten is geen sterveling te zien. Deuren worden vergrendeld en zelfs gebarricadeerd. Natuurlijk laat Jack zich niet zien. 

Na zijn ongekend beestachtige moord op Mary Kelly stoppen de gruweldaden. Zo plotseling als hij kwam, verdwijnt Jack the Ripper uit de straten van Whitechapel. Ruim 130 jaar later en vele verdenkingen, boeken, films, series, artikelen, documentaires en onderzoeken verder is zijn identiteit nog steeds een groot mysterie. 


Details

  • Schrijver

    Jan Kaffa
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Ingangsgebouw van de Nationale tentoonstelling van Oude en Nieuwe Kunstnijverheid op het Malieveld, 1888. Foto: Henri de Louw, collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    20-2021

Meest gelezen artikelen