Skip to main content

Mijn tijd in de Vruchtenbuurt


In het weekend van de Watersnoodramp in Zeeland, 1 februari 1953, ben ik met mijn ouders en oudere zus in Den Haag komen wonen. Ik was toen net elf jaar geworden en we verhuisden vanuit Amsterdam. In Den Haag kwamen we terecht in de Ananasstraat, de Vruchtenbuurt dus. De eerstvolgende maandag bracht mijn moeder mij meteen naar de lagere school aan de Mient. Zij was nog compleet overstuur en ongerust over de situatie in Zeeland, want onze hele familie woonde daar nog en we hadden sinds ons vertrek niets van hen gehoord.

Het hoofd van de Catharina van Rennesschool was de heer Jaap van Nieuwenhuise die, zo bleek al snel, net als mijn moeder uit het dorp Kruiningen in Zeeland kwam. Midden in het rampgebied en beiden hadden nog niets gehoord van hun ouders. Later bleek dat iedereen de ramp goed had doorstaan en dat mijn grootouders, waarvan mijn oma nog in klederdracht ging, met een bootje vanaf het dak gered zijn. In de vijfde klas kwam ik terecht bij meester Perton. De volgende schooljaren waren zogezegd nogal ‘afwisselend’: ik ging een jaar naar de Dalton aan de Aronskelkweg (wat voor mij niet werkte), en bracht vier moeizame jaren door in de houten noodgebouwen van de HBS Beeklaan. De oude Drees woonde daar tegenover. Vervolgens ben ik overgestapt naar een technische opleiding, de Hogere Technische School in de Sneeuwbalstraat. Dat was een voormalige lagere- of kleuterschool waar de kapstokken nog steeds op kleuterhoogte hingen. De jassen van de opgeschoten knullen slierden dus over de grond en werden flink nat wanneer de gangvloeren gesopt werden. Die HTS, waar ik elektrotechniek studeerde, verhuisde later naar de Wegastraat in de Binckhorst, waar ik ben afgestudeerd.

Terug naar het wonen in de Vruchtenbuurt. Met al zijn fijne, kleine winkels. De Amandelstraat was net een supermarkt met een lengte van tweehonderd meter. Op het kruispunt met de Ananasstraat zaten de kruidenierszaak van Gerrit vd Meer, een schoenmaker en een slager. Op het kruispunt met de Sinaasappelstraat vond je een drogisterij, de slagerij van Jaap Jongejan, een groenteboer en een tijdschriften-/tabakswinkel. Op de hoeken met de Mandarijn-straat zat een brood- en banketbakker en een tweede groenteman. En een postkantoor op de hoek van de Appelstraat. Kortom, alles bij de hand! De melkboer (Piet van Gerrit) en bakker (Hus) kwamen nog aan de deur en in de zomer haalde je lekker een ‘dubbeldikke’ van Jamin. Toen er later in het nieuwe winkelcentrum aan het de Savornin Lohmanplein een echte supermarkt kwam, ging het snel bergafwaarts met de buurtwinkels. Op het halve maantje van het Savornin Lomanplein stond een fijne patattent, tegenover de plaats waar nu een snackbar staat. Maar die moest weg voor de bouw van het winkelcentrum en het hoge kantoor dat daar kwam. Dat bouwen verliep overigens met een bijzondere methode: de verdiepingen werden op straatniveau gebouwd en omhoog gedrukt. Het kantoor is inmiddels alweer omgebouwd tot woontoren. De Vlierboomstraat en de Appelstraat bezocht je om te winkelen, met veel variatie in het aanbod. Radio Krenning bijvoorbeeld, waar ik mijn eerste plaatjes kocht en een ijzerwarenhandel waar van alles te koop was. Ook zaten er speelgoedwinkels en een stomerij in de galerij van de Appelstraat. Radio Krenning is later verhuisd naar het winkelcentrum, waar nu ook alle grote ‘kruideniers’ hun plaatsje hebben. Heel bekend was ook de kantoorboekhandel AaBe op de hoek van de Meloenstraat en de Abrikozenstraat.

Op het sportveld aan de Mient speelde - en speelt nog steeds - de korfbalvereniging Achilles, bijna honderd jaar oud. Ik ben daar in 1953 al lid geworden en in 1959 leerde ik op dat veld mijn vrouw Annelies Grolle kennen, met wie ik inmiddels al bijna zestig jaar getrouwd ben. In de jaren zeventig was ik bestuurslid van Achilles en hebben we het vijftigjarig jubileum gevierd. Mijn Annelies woonde toen aan de Valkenboskade, op de hoek met de Hanenburglaan. Dus als ik op de bromfiets van huis in de Ananasstraat naar de HBS aan de Beeklaan reed, was een zijsprong naar de Kade wel erg verleidelijk. 

In de Ananasstraat heb ik van 1953 tot 2006 op drie adressen gewoond. In 1953 kwamen we, vanuit Amsterdam, op nummer 122 wonen. Toen later mijn ouders verhuisden naar het grotere huis op de hoek met de Tomatenstraat (146), konden mijn vrouw en ik daar na ons huwelijk in 1964 inwonen. Na een poosje gewoond te hebben aan de Mozartlaan vertrokken we weer terug naar de Ananas, nu op 136. Daar hebben we tot 2006 met veel plezier gewoond en onze kinderen grootgebracht. Wij woonden naast een gemeenteraadslid, tegenover ons woonde dominee Cuperus en de directeur van wasserij de Zwaan woonde twee huizen verder. Het was, en is, best een ‘gegoede’ buurt. 

De Vruchtenbuurt ligt natuurlijk dicht bij het strand. Regelmatig ging ik hier met vrienden van Achilles naartoe. Meestal over de Savornin Lohmanlaan rechtdoor en daar de duinen over. Een redelijk stil stuk van het strand. Maar ook natuurlijk naar Kijkduin met zijn oude, houten, poffertjestent. Scheveningen was net te ver weg voor ons. En wellicht te duur? In 1953 was mijn vader een van de eerste eigenaren van een auto. Parkeren was toen geen enkel probleem en het was ook nog geen eenrichtingverkeer. We konden nog sleetje rijden in de straat, soms met meerdere sleeën achter een auto. Ook reed er een tram over de Mient (lijn 5?) vanuit de Weimarstraat, met eindpunt net over de Thorbeckelaan. Dat was toen voor ons ook het einde van Den Haag. Nieuw Waldeck bestond nog niet. Je keek helemaal tot Loosduinen. 

Door mijn werk ben ik bij Den Haag betrokken gebleven. Na mijn afstuderen aan de HTS en mijn militaire diensttijd ben ik gaan werken bij het toenmalige GEB (Gemeentelijk Energie Bedrijf). Dat was al een samenvoeging van het ‘protestante’ Gemeentelijk Elektriciteits Bedrijf en het, in de taal van de werknemers, ‘katholieke’ Gemeentelijk Gas Bedrijf. Met nog de echte elektriciteitscentrale aan het De Constant Rebecqueplein. Uiteindelijk ben ik chef geworden van een afdeling in de buitendienst. Hier kwam ik met de hele stad in aanraking en heb ik zelfs op Prinsjesdag met reserve zekeringen in de kelder van de Ridderzaal gestaan toen van daaruit voor het eerst een kleurenuitzending op tv kwam. Dat kostte mogelijk zóveel energie dat de stoppen wel eens zouden kunnen doorslaan. Toen bleek dat het goed ging, kon ik via een klein wenteltrapje tot achter in de zaal komen en heb ik de Troonrede deels live meegemaakt.

Inmiddels heb ik Den Haag verlaten, en wonen wij in Waddinxveen. Maar nog steeds kijk ik blij terug op mijn Haagse tijden in ‘s-Gravenhage.


Details

  • Schrijver

    Ad Polderman
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Straatfeest in de Tomatenstraat
  • Editie

    17-2021

Meest gelezen artikelen