Skip to main content

Herinneringen aan de Ferdinand Bolstraat


Mijn moeder (Annie Dekker 1931 - 2001) is opgegroeid in de Ferdinand Bolstraat (nr. 85) in de Schilderswijk met vader Jan (bloemenverkoper) en moeder Fie. In de oorlog werd haar zus Wil(ma) geboren. Het gezin kwam hier in 1934 wonen. 

In de crisisjaren had het gezin het zwaar en ontving, toen het niet meer ging, steun. Vader Jan kon zijn bloemen niet slijten, immers wie zat er in de crisisjaren op bloemen te wachten? Een familielid bracht op een gegeven moment wat vrolijkheid en gaf hen een kaartje voor theaterbezoek. Bij de ingang van het theater werden zij aangesproken door een man en deze vroeg hen zich te identificeren. Zij begrepen eerst niet wat er aan de hand was, maar dit werd snel duidelijk: vanaf dat moment werd de steun stopgezet. Iemand die zich een theatervoorstelling kan permitteren, heeft immers geen steun nodig. In die crisisjaren kwam wel eens een bakfiets de staat in, waar een bedelaar in voortgeduwd werd. Deze riep dan ‘Hier is de onzalige metselaar die z’n ruggenwerf heeft gebroken!’ en haalde dan geld op. Annie rende dan snel naar haar oma want ze was als de dood voor deze man.

Op de eerste etage woonde een vrouw die altijd uit het raam hing en alles in de gaten hield. Op een gegeven moment ontstond er een opstootje en maakte iedereen haar uit voor landverrader, waarop zij terstond haar raam sloot en zich niet meer vertoonde. Het bleek dat als de buren op de tweede etage het huis verlieten, zij nog stemmen hoorde of het toilet hoorde doortrekken. Ze gaf dit bij de Duitsers aan (dit leverde in die tijd geld op) en spoedig werd er een aantal onderduikers afgevoerd.

Op de tweede etage woonde later een weduwe met een dochter (Greet) van ongeveer 17 jaar. Deze Greet nam Annie af en toe mee naar de remise aan de Parallelweg waar Duitsers ingekwartierd waren. Greet wist daar chocolade en snoepjes te ontfutselen. Annie kreeg al snel door dat ze werd gebruikt om het contact te kunnen leggen en ging daarna niet meer mee. Greet kreeg iets met een van deze Duitsers (Heinz). Deze kwam op een gegeven moment ook over de vloer bij de weduwe. Na de oorlog werd Greet, hevig huilend, op een kar gezet, kaalgeknipt en op haar hoofd werd een rood hakenkruis geschilderd. Later vertrok ze naar Duitsland en is nooit meer teruggekomen.

In de hongerwinter ging vader te voet op hongertocht en laadde zijn spullen op een slede waaronder hij ijzers had gemonteerd. Op de terugweg wist hij door de Duitse controle bij de Laan van NOI te glippen. Velen moesten hun geruilde eten bij de controle inleveren. Vader had o.a. rogge weten te bemachtigen. Moeder maalde het in de koffiemolen, lengde het aan en bakte er brood van. Als dertienjarige begreep Annie al snel dat dit heel bijzonder was. Ook zat er een stukje boter bij wat het gezin al jaren niet gezien had. Tijdens vaders hongertocht sliep Annie met haar moeder in één bed want het was ijskoud. Zij herinnerde zich: ‘Ik voelde mijn botten door mijn huid steken, ik was werkelijk vel over been. Als dit nog langer zou hebben geduurd, was ik zeker doodgegaan van de honger’.

Vader had een vloerplank losgewrikt om zich onder de vloer te kunnen verstoppen als er razzia’s zouden komen. Voor het uiterste geval van nood had hij de kruipruimte uitgegraven en voor een ‘kruiptunnel’ gezorgd die tot onder de tuin liep. De Duitsers schoten doorgaans immers wel door de vloer, maar niet door de tuin. Uiteindelijk kreeg vader toch een oproep voor de Arbeits-einsatz. Paniek alom. Een collega-bloemenverkoper op de Frederik Hendriklaan was NSB’er en vader vroeg hem of hij ‘iets kon regelen’. Annie herinnert zich nog goed dat vader luid juichend op z’n fiets zwaaiend met z’n hoed in z’n hand aankwam met het goede nieuws. Na de oorlog werd vader gevraagd te getuigen tegen de NSB’er en vertelde precies wat er gebeurd was.

Annie bezocht het VLO (Voortgezet Lager Onderwijs) aan de overkant van de straat. Thuis had ze een klein potje water, waarop een beetje olie dreef met daarin een pitje, waarbij zij haar huiswerk maakte totdat de school in de loop van de oorlog ging dicht en werd dichtgespijkerd. Annie is er later nog geweest en was ontzet dat de inktpotten waren omgegooid en er een ravage in de lokalen was aangericht. ’t Was immers ‘haar’ school. Later werd bekend dat er op de zolder van die school een aantal mannen ondergedoken had gezeten. Kooltjes waren niet meer te vinden. In de Laakhaven kwamen ook kolen per boot aan. Deze werden overgeladen in de trein en gingen dan via het Hollands Spoor het land in. Van de losplaatsen reden kleine wagons door de 1e van der Kunststraat naar de grotere treinen. Op een dag kwam Annie hier met wat buurtgenoten en er stond een rode trein, bewaakt door twee Duitsers. Er stonden mannen bij en ze voelde dat er iets ging gebeuren. Op het moment dat de twee Duitsers zich omdraaiden, trok een van de mannen de vergrendeling van de deur weg en alle kolen stroomden uit de wagon. De mannen graaiden, de Duitsers kwamen toegesneld en iedereen ging er als een haas vandoor. Bij een andere vergelijkbare gebeurtenis schoten de Duitsers met scherp en Annie herinnert zich dat ze ternauwernood kon ontkomen aan de kogels die over haar hoofd floten. Elke keer als ze na de oorlog nog in de 1e van der Kunststraat liep, hoorde ze het geluid van de stortende kolen.

Vlak na de oorlog speelde Annie piano in de band ‘de Kibana’s’, waar ze later haar echtgenoot (de violist) Piet Boers zou ontmoeten. Ze had inmiddels een piano van haar oom gekregen om te studeren. Haar zus Wil herinnerde zich dat vader dat ‘studeren’ niet kon waarderen, de huizen waren immers gehorig. Op een dag dat Annie werkte was hij het zat en haalde de deuren uit de scharnieren, de fietsen gingen de gang uit en hij rolde de piano linea recta het huis uit, de stoep op. De kinderen uit de buurt lachten zich krom en de straat stond op z’n kop. Later op de dag bracht een transportbedrijf de piano terug naar haar oom. De sfeer was gezet. Annie trouwde in 1961 met de violist uit de band, verliet de Ferdinand Bol, verhuisde naar de Pansierstraat 37A en baarde mij. Wat nog resteert van de Ferdinand Bolstraat is het gebouw van de Nederlands Hervormde Gemeente, de rest is volledig verdwenen.


Details

  • Schrijver

    Ed Boers
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Annie in de huishoudschool (het wordt bloemkool)
  • Editie

    20-2023

Meest gelezen artikelen