Skip to main content

Zomer, Zon en Zee - het Stille Strand


Van een kennis kreeg ik een boekje met de nogal onheilspellende titel Van Zomer, Zon en Zee. Wetenswaardigheden, Waarschuwingen en Wenken voor het Strandleven, uitgegeven door de Vereeniging Stille Strand. Hierbij de mededeling: “Daar kom jij toch vandaan?” Jazeker! Het bracht mij terug naar mijn kindertijd, terug naar het ‘Stille Strand’, het strand gelegen tussen het Verversingskanaal en Kijkduin. Als we al gingen na veel gesoebat en gesmeek - mijn vader had een gruwelijke hekel aan het strand want hij verbrandde zelfs door zijn driedelige pak heen, dus meestal gingen we alleen met mijn moeder. Maar als we gingen, nooit naar Scheveningen, maar naar het Stille Strand, meestal naar de Kwartellaan en een enkele keer naar Kijkduin.

Bij Kijkduin lagen nog twee bommen bij een uitspanning vlakbij de inrit, zeemijnen, bollen van wel een meter doorsnede met stekels eraan. Spannend. Het coronavirus leek erdoor te zijn geïnspireerd. Ze zullen wel onschadelijk zijn gemaakt, want je kon er gewoon aan komen. Behalve een hotel was er in Kijkduin toen verder niets. Pas na de polio-epidemie begin jaren vijftig kwam er het Zeehospitium. Ook restanten van de Tweede Wereldoorlog waren een afgezet stuk strand en de knallen die je hoorde omdat er bunkers werden opgeblazen. De vooroorlogse tijden ijlden na; er liepen nog mannen in badpakken van voor de oorlog. De Duitsers groeven nog geen kuilen. Soms waren er wel Belgen met wit-rode nummerplaten. Bijzonder om buitenlanders te zien! De enkele auto die er stond, had als het warm was een wit laken eroverheen vanwege de hitte. We kwamen niet te dicht bij het Verversings-kanaal, daar zag je flarden van wc-papier als je erop ging letten, waar je niet te veel over na moest denken. Bij de toegang van het strand stonden borden van het Hoogheemraadschap Delfland met aanwijzingen, reddingsmiddelen, een boei, een lijn en een dreg, met soms een vlaggetje dat er bunkers werden opgeblazen. Dan werd er een stuk strand afgezet. Op het strand zag je mannen die ijs verkochten en zure bommen, en politieagenten in korte broek. Als er een tent op het strand dicht was, kon je horen: “Open die tent!” Geen idee waarom.
Tegenwoordig hebben die agenten wel wat anders te doen.

Maar dat brengt me wel terug bij dat boekje met wenken, vooroorlogs maar die tijd werkte kennelijk nog na. De jaren vijftig waren eigenlijk een voortzetting van de jaren dertig en veertig. Dat blijkt wel uit het boekje. Een boekje vol met waarschuwingen, geboden en verboden, en dat voor een boekje bedoeld als reclame! Gewaarschuwd wordt voor het mondaine gedoe aan de andere kant van het Kanaal, Scheveningen dus. Een boekje tegen het verderf. Naast het patroon om een tent te maken wordt er een groot deel besteed aan ‘De Kleeding’. Men moet een speciaal strandpakje aanschaffen! Er moet onderscheid zijn tussen het costuum voor het strand en dat voor het bad. Uit den boze is het enkele zwembroekje. Ik citeer: “HET ZWEMBROEKJE BEHOORT VAN HET STILLE STRAND TE VERDWIJNEN”. Dat kledingstuk is “uit den booze en behoort thuis in een jongens-zwemschool.” Voor vrouwen verdient aanbeveling een niet te nauwe pantalon die even boven de knie sluitend is en voorts een jakje dat even ver reikt, niet te nauw. Dat geldt ook voor het badpak: niet te nauw. De kleding mag geen negligé gelijken, geen onderrokken parades, geen pyjama’s, geen slaap- of badkamer toiletten. Het heeft allemaal niet veel geholpen; kennelijk was er toen een probleem. Wat ik mij kan herinneren was dat juist in die vaak wollen badpak-ken als ze nat werden je ‘alles’ zag aftekenen en het kruis uit het water ergens tussen de knieën kwam te hangen.

Bij het ‘Spelen’ wordt vooral voor voetbal gewaarschuwd. Dat de bal niet een tent moet verscheuren bij het neerkomen, de bal niet tussen boterham etende mensen moet vallen en niet op een oudere heer moet ploffen. Wel erg nuttig en erg uitgebreid waren de waarschuwingen over de stromingen, compleet met metingen. In het hoofdstuk baden en zwemmen wordt terecht gewaarschuwd voor zwemmen in zee, vooral rond de golfbrekers. Maar ook vooral om niet langer dan twintig minuten in zee te gaan, dat zou erg ongezond zijn. Ook wordt nog melding gemaakt van het Reddingswezen; de Haagsche Vrijwillige Brigade tot redding van drenkelingen. En een waarschuwing: wie doorloopt of hij van plan is naar Engeland te wandelen, stelt zijn leven in de waagschaal. Dit gevolgd door wel tien medische waarschuwingen, waarbij vooral de eerste opvalt: Raadpleeg, vooral op middelbare leeftijd, een geneesheer alvorens U aan de heilzame werking der zee te onderwerpen! Afsluitend de ALGEMEENE WENKEN, vooral betreffende de zedelijkheid. Speciaal het aan- en uitkleden in de tentjes is daarbij een grote boosdoener. Tja die tentjes… Dat agenten ”open de tent” riepen, zal er wel mee te maken hebben gehad.

Het boekje sluit af met het doel van de Vereeniging Stille Strand, gesticht in 1919 die blijkens haar statuten het doel heeft ter bevordering van de volksgezondheid het eenvoudige strandleven aan te moedigen en te veraangenamen, met name op het Stille Strand. Het lijkt mij dat dit inmiddels meer dan goed is gelukt! 


Details

  • Schrijver

    Joan Verheij
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Links ik met een onbekend jongetje, 1946
  • Editie

    14-2023

Meest gelezen artikelen