Skip to main content

Rustenburg nadert de 100 jaar!


Honderd jaar geleden kwam ir. Pieter Bakker Schut, directeur van de jonge dienst Stedebouw en Volkshuisvesting (dS&V), met een plan voor een nieuwe wijk Rustenburg. Deze lag tussen Zuiderplarklaan, Laakkanaal, Soestdijksekade en Loosduinsekade. Vanaf de loosduinsekade tot de Escamplaan werd het gebied geduid als I-II en de buurt voorbij de Escamplaan als III. Bakker Schut, een echte sociaaldemocraat, dacht aan bijna 2000 gemeentewoningen en nog eens 700-800 woningen voor middenstanders in de randen. Echter toen B&W het plan indiende bij het Rijk voor financiering had men net besloten om sociale woningbouw niet meer te steunen...

Hoe konden B&W en hun topambtenaar Bakker Schut zo worden verrast? In de Eerste Wereldoorlog stokte de toevoer van bouwmaterialen en particuliere bouwers zagen geen brood meer in de bouw van woningen voor de middenstand en hogere inkomens. De gemeente probeerde de bouw van woningen in het kader van de Woningwet uit 1901 eindelijk op de rails te krijgen. De gemeente zou bouwen voor bewoners van ‘krotten’, die uit oogpunt van volksgezondheid moesten worden gesloopt, vooral in Scheveningen. De twintig woningbouwverenigingen zouden elders in de stad bouwen. De ‘steunbouw’ kreeg een enorme impuls door de angst die rondwaarde na de Russische revolutie in 1917. Opstandige neigingen van arbeidersorganisaties - de sociaaldemocraat Pieter Jelle Troelstra, een vriend van Bakker Schut, deed in 1918 een mislukte oproep - moesten worden afgekocht met sociale hervormingen: een kortere arbeidsweek én sociale woningbouw. Dat laatste werd urgent omdat vele mannen in het leger dienden en na de wapenstilstand naar huis zouden terugkeren, werk zoeken en een gezin stichten… Hierdoor werd in 1918 de bouw van de gemeentewijk Spoorwijk mogelijk.

Echter toen Bakker Schut in 1921 zijn plan voor Rustenburg indiende, was de woningnood niet opgelost maar de angst voor revolutie wel! Het Rijk wilde weer vertrouwen op het vrije spel der maatschappelijke krachten. Private bouwers kregen aanvankelijk zeer ruime premies. Sociale woningbouw zou niet meer nodig zijn. In Den Haag vonden plannen voor vele honderden woningen geen doorgang. Ook Rustenburg bleef braak liggen. 

In de zomer van 1923 liepen enkele heren onaangekondigd binnen bij dS&V. De adjunct van Bakker Schut, Hein Suijver, ontving ze. Het waren commissarissen van de N.V. Haringkade, gevestigd aldaar op nr. 163. Ze wilden voor arbeiders bouwen… Suijver toonde de kaart van Rustenburg en beloofde hen ‘eerste keuze’ van locaties. In een volgend gesprek zeiden de heren 600 woningen te willen bouwen; Bakker Schut zette in op 1200 woningen, al wist hij dat hij de huren niet zou kunnen bepalen en daarmee de doelgroep van bewoners. Het werden er bijna 900! Het ging niet van een leien dakje. Desondanks waren Suijver en Yme Bouma, familie van Zwolsman en architect van de N.V., al snel aan het schetsen op de eerste huizenblokken. In 1925 werden de eerste woningen opgeleverd.

Men kan rustig zeggen dat hier sprake is van een vroege vorm van publiek-private samenwerking. Wie waren die private partners? De nieuwe N.V. draaide om leden van de van origine Friese familie Zwolsman, die de feitelijke bouw verzorgde. Het kapitaal van de N.V. groeide fors in de jaren twintig, toen men aan Rustenburg en andere projecten werkte. In de jaren dertig kwam een neef, Reinder Zwolsman, de roemruchte projectontwikkelaar en bunkerbouwer, bij de N.V. werken. 

De woningen van de N.V. Haringkade ziet men vooral aan genoemde randen. Zonder overdrijving kan je zeggen dat als je er één gezien hebt, je ze allemaal hebt gezien. De woningen zijn grotendeels gebouwd op basis van maar één enkel ontwerp van Bouma en C.J.M. van Duijne.

Hoe kwam de N.V. weg met slechts één ontwerp? Bakker Schut vertrouwde kennelijk op de variatie in het ontwerp van de wijk met aan Berlage ontleende pleintjes. Zeker is dat dS&V meters wilde maken om de bouwstop van sociale woningbouw te compenseren. Bovendien wilden niet zoveel private bouwers voor beter betaalde arbeiders, lagere beambten en kleine middenstanders bouwen. Bakker Schut vond dat de Zwolsmannen een solide indruk maakten. Ze ontmoetten elkaar ook bij andere projecten. Of misschien via Troelstra? Bakker Schut was commissaris bij het bedrijf van zijn vriend, de Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij Neerlandia. Dat bedrijf zetelde bij Bakker Schut in de Cornelis Jolstraat op 1, welk adres een geheel vormde met het adres van de N.V. Haringkade. 

In buurt I-II bouwden maar drie andere private ontwikkelaars en twee woningbouwverenigingen. De laatste bouwden rond de Gooilaan en bij de Larensestraat zonder subsidie. De woningen van Haringkade zijn al lang verkocht ‘uitgepond’. De VvE’s zijn klein, want per portiek van zes woningen, en worstelen soms met medewerking van bewoners en voldoende reserves voor onderhoud. 

Wilt u meer lezen over dit onderwerp? In het boekje Rustenburg en de sociale en esthetische drijfveren van Bakker Schut heb ik mijn bevindingen opgetekend. Te bestellen via onderstaand mailadres.


Details

  • Schrijver

    Richard Kleinegris
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Loosduinseweg, brug naar Rustenburg, 1925. Foto: J. van der Markt, collectie Haags Gemeentearchief
  • Editie

    16-2021

Meest gelezen artikelen