Skip to main content

Mijn herinneringen aan de gezondheidszorg in de jaren ‘50


Mijn ouders waren aangesloten bij het ziekenfonds van De Volharding (Azivo) dat in Den Haag eigen huisartsen en tandartsen had. Wij woonden in het Bezuidenhout en konden voor dokters- of tandartsenbezoek terecht in een verbouwde parterrewoning in de Stuyvesantstraat. De oorspronkelijke woonkamer was een ruime wachtkamer geworden met veel stoelen. Het was daar altijd behoorlijk vol en je moest vaak lang wachten. Bij binnenkomst diende je een nummertje te trekken. Het spreekuur begon om 8.00 uur, maar om 7.00 uur opende iemand alvast de deur, zodat je vast een nummertje kon halen.

Huisarts

Onze huisarts was dr. Stempel, die zijn spreekkamer aan de voorzijde van het pand had. Toen ik elf jaar was, kreeg ik door een kapot gekrabde galbult een vervelende ontsteking aan mijn been. Het heeft bijna een half jaar geduurd voordat die wond genezen was en er is nu – 65 jaar later – nog steeds een klein litteken. Vanwege die wond moest ik maandenlang om de dag bij de dokter komen. Ik zat toen in de laatste klas van de lagere school en als ik iedere keer uren in de wachtkamer had moeten zitten om op mijn beurt te wachten, zou ik veel te veel lessen missen op school. Om die reden maakte dr. Stempel een speciale afspraak met mij. Ik moest zorgen dat ik stipt om 8.00 uur bij de voordeur in de Stuyvesantstraat stond, waarna de dokter me dan meteen mee naar binnen nam, de pleister eraf haalde, de wond bekeek en er opnieuw teerzalf op smeerde. Zo was ik binnen een paar minuten klaar en kon ik op tijd naar school.

Tandarts

De behandelkamer van de tandarts bevond zich in een achterkamer die uitkeek op de tuin. Mijn moeder heeft me later verteld dat onze tandarts – Schmidt Crans – in zijn jonge jaren een bekend (oorlogs)vlieger was, maar dat wist ik nog niet toen ik als kind bij hem in de tandartsstoel zat. Ik herinner me niet zo veel van hem, alleen dat ik de nodige vullingen heb gekregen. Ik was gelukkig niet echt bang voor de tandarts, maar leuk was het natuurlijk niet. De eigen tandarts was in ieder geval beter dan de schoolarts waar je anders naartoe moest. De apparatuur was in die dagen natuurlijk veel eenvoudiger dan nu en het boren was geen pretje. Mijn zus Renée had na het wisselen van haar melkgebit nogal wat scheefstaande tanden. Ze kreeg toen ze een jaar of negen was een beugeltje, dat gewoon door de tandarts zelf werd geplaatst. Mijn zus moest regelmatig bij hem op controle komen, het beugeltje werd dan wat bijgesteld. Na ongeveer twee jaar – met al die tijd hetzelfde exemplaar - was het gedaan en had ze een keurig gebitje. Zo simpel ging dat vroeger en het kostte niets extra’s.

Kuurtjes

Mijn ouders hebben een tijdlang allebei last van bloedarmoede gehad. Dr. Stempel schreef hen toen leverinjecties voor, die aan huis werden gegeven door wijkverpleegster zuster Flinterman van de Kruisvereniging. Ik zie haar nog op haar brommertje door de wijk rijden. Ik herinner mij ook dat mijn moeder regelmatig een glaasje ‘Pleegzuster Bloedwijn’ dronk. En als mijn vader flink verkouden was, had hij een fles ‘Siroop Flamel’ op zijn nachtkastje staan. Wij kinderen kregen iedere avond een lepel levertraan. Later slikten we die levertraan in de vorm van een pilletje (gelig en een beetje transparant), wat een hele verbetering was. Wanneer mijn zusje en ik te veel op ‘Haagse bleekneusjes’ leken, moesten wij af en toe thuis een kuurtje onder de hoogtezon doen. Je mocht er maar enkele minuten onder en kreeg een speciaal brilletje op. Die hoogtezon leek een beetje op een staande lamp en werd gehuurd bij drogisterij De Salamander. Je kon je daar ook voor een dubbeltje laten wegen om te weten of je wel genoeg was aangekomen. Overgewicht was in die jaren nog niet aan de orde!

Schoolarts

De gezondheidszorg voor kinderen liep deels ook via school. Tijdens de lagere school-periode werd je een aantal keer nagekeken door de schoolarts. (Kinderen van de kleuterschool gingen waarschijnlijk nog naar het consultatiebureau, want de leerplicht gold pas vanaf zes jaar).

Een vaste schoolverpleegster kwam op gezette tijden ons gezichtsvermogen en gehoor controleren. Je werd door haar tevens nagekeken op luizen. De schooltandarts had enige jaren een eigen behandelruimte in ons schoolgebouw aan de Van Heutszstraat, later zat hij weer ergens anders. We kregen er les in tandenpoetsen en de gebitten van alle kinderen werden gecontroleerd. Ik geloof dat ik in de vijfde klas zat toen er klassikaal werd getest op TBC, door middel van een krasje/prikje op de bovenarm. Na enkele dagen werd gekeken of je arm een kleine zwelling vertoonde. Dat gebeurde gewoon in de school, ik herinner mij dat we in een rij door de gang liepen. Je had dan een paar dagen een beetje last van een stijve arm. Bij mijn weten is er bij mij op school nooit iemand met TBC aangetroffen.

Naschrift Schmidt Crans: Op internet is veel informatie over de tandarts uit mijn jeugd te vinden. Hij was inderdaad zeer bekend in de vliegwereld. Voor moedig optreden als oorlogsvlieger bij de Duitse invasie kreeg hij het Bronzen Kruis. Pas in 1942, toen vliegen niet mogelijk was, is hij opgeleid tot tandarts. Enkele jaren geleden werd Schmidt Crans als bekend vlieger ook genoemd in een artikel in de Oud-Hagenaar.

 

 


Details

  • Schrijver

    Bonnie Spaans-Barkmeijer
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Oude advertentie van Pleegzuster Bloedwijn
  • Editie

    20-2020

Meest gelezen artikelen