Skip to main content

Morgenstond-Mavo Den Haag


Onlangs plaatste ik een foto met tekst op Facebook over de Morgenstond-Mavo, waar ik van 1968-1972 onderwijs genoot. De reacties waren zo overweldigend dat ik besloot een nieuw artikel in De Haagse Tijden hieraan te wijden. Omdat het verhaal ook leesbaar moet zijn voor lezers van de krant die daar niét op school hebben gezeten, zal ik ook wat anekdotes vertellen over de schooltijd en de omgeving van de Steenwijklaan, waar de school gevestigd was. Zo geeft het complete verhaal hopelijk een mooi tijdsbeeld over naar schoolgaan in de vorige eeuw. 

Na de lagere school moest er in 1966 een keuze worden gemaakt voor de vervolgopleiding. Ik was intussen al met moeder naar het arbeidsbureau aan de Troelstrakade geweest voor een advies, maar daar kwam weinig uit. Ik werd daarom geplaatst op de determineerschool aan de Pieter Langedijkstraat 81, een onderdeel van de Openbare Mulo. Opvallend is dat er van deze school, alsmede de Morgenstond Mavo, nauwelijks iets terug te vinden is op internet. Enfin, na een jaar op deze school te hebben gezeten onder de bezielende leiding van juffrouw Bartelse werd ik op de Morgenstond Mavo aan de Steenwijklaan 20-26 geplaatst. Onlangs reed ik daarlangs om nog eens naar mijn oude school te kijken, maar die bleek verdwenen om plaats te maken voor een gloednieuw schoolgebouw. Waar ooit eens de fietsen en brommers van de leerlingen stonden, stond het parkeerterrein nu vol met auto’s. De tijden veranderen!

Terug naar 1967. Iedere klas had een klasse-hoofd en voor mij was dat de heer Van Engelen, later mevrouw Engelhard, en het laatste jaar de heer J.C.A. van den Hurk. Een ontzettend aardige man, maar helaas was hij vaak het mikpunt van pesterijen. Omdat de school te klein was voor het aantal leerlingen werd er gebruikgemaakt van dependances, zoals aan de Harmelenstraat en de Parkzijde. Soms moesten de leraren van een andere vestiging komen en zo hadden we op zekere dag ruim de tijd om de gehele klas in spiegelbeeld om te draaien. Zelfs het bord maakten we los en zetten dat aan de overkant van de klas op een paar stoelen. De heer Van de Hurk kwam even later de klas in, zei niets en nam plaats op het podium achterin de klas. Zwijgend over het voorval gaf hij 1,5 uur handelsrekenen en vertrok tijdens een rekenopdracht even uit de klas. Na 1,5 uur ging de bel en wilden we naar buiten stormen, het weekend tegemoet. Maar op dat moment kwam de directeur van de school, de heer J.J. de Mos, een man met ontzag, de klas in en sommeerde ons om de gehele klas weer op zijn plaats te zetten en de boel op te ruimen. Met een glimlach trok de heer Van den Hurk zijn jas aan, lichtte zijn hoed als afscheid, en met een “prettig weekend allen” stapte hij in zijn blauwe Scaldia om met een vette wolk rook uit de uitlaat te vertrekken. De heer De Mos werd in 1953 hoofd van de school en bleef dat tot zijn pensioen in 1975.

Die Scaldia 412 was wel een bijzondere auto, een model dat je haast nooit zag. Deze auto was de Russische voorloper van de Lada, die eind jaren zestig naar Nederland kwam en een wat gedateerde indruk gaf met zijn hoekige vormen en rechthoekige koplampen. Ik herinner me nog het moment dat iemand een condoom aan de uitlaat van de Scaldia had bevestigd. Toen de veelgeplaagde schoolmeester wegreed, keken we hem na terwijl de ballon aan de uitlaat steeds groter werd. Net nadat het eenvoudige voertuig de bocht rondde en achter een huizenblok aan het gezicht onttrokken werd, hoorden we een enorme knal door het bezwijken van het condoom, maar we zagen niets. We hebben er ook nooit meer iets over gehoord. Linksonder ziet u een foto van deze zeldzame Scaldia.

Het tweede jaar kregen we les aan de Parkzijde. Hier zwaaiden mevrouw Engelhard, mijn favoriete lerares voor Engels, en de heer Suringbroek voor Frans de scepter. Het eenvoudige noodgebouw was voorzien van oliegestookte kachels en op de eerste schooldag in het nieuwe jaar had een aantal leerlingen hun overgebleven vuurwerk in een van de potkachels gegooid. Een van de leraren (ik meen Van Loen van handenarbeid) stak de kachel aan, waarna een enorme explosie ontstond die zich goddank geheel binnen het deurtje van de kachel afspeelde. Hierna brandde de kachel normaal. In de pauze zagen we echter de van het dak geblazen schoorsteen op het schoolplein liggen.

In de pauze was het vaste prik een wandeling te maken naar de nabijgelegen Groene Zijde. Onder het flatgebouw was een uitgifteluik van patat. De heerlijke puntzakken friet gingen als warme broodjes over de toonbank en ik kan me niet herinneren daarna ooit nog eens zulke lekkere, wat vette patat te hebben gegeten. Verderop in de straat zat Manus, waar ik mijn tweedehands elpees kocht.

De laatste twee jaar van de Mavo bracht ik weer voornamelijk door aan de Steenwijklaan. Daartegenover zat de HUS-broodfabriek in de naastgelegen Ootmarsumstraat. De geur van versgebakken brood bereikte je door de ramen en muren van het schoolgebouw, en dat betekende in de pauze vaak naar de nabijgelegen winkel van Hus aan het Steenwijkplein 118 voor een puddingstukje van twintig cent (een samenraapsel van overgebleven koek of gebak), of een Parijse bol (een dwars doorgesneden beschuitbol met gele room en een kersje op de glacelaag die de bol compleet maakte). Beide lekkernijen zorgden ervoor dat je de rest van de dag geen behoefte meer had aan je kleffe boterham. De winkel is al jaren weg en ook de naam Steenwijkplein blijkt niet meer te bestaan, maar heet nu gewoon Steenwijklaan. De huisnummering is er tevens op aangepast.

Ook onvergetelijk was de gymles van de heer Ter Weer. Bij mooi weer moesten we naar het sportveld aan de Steenwijklaan en begon de les met twee rondes hardlopen over het immense terrein. Omdat ik in die jaren leed aan bronchitis was ik al snel buiten adem. Gelukkig stond er achteraan het terrein een pompinstallatie naast de sloot en in het voorbijgaan liet ik mij hierachter vallen. Als de groep dan voor de tweede keer langs kwam, sloot ik weer aan en kwam uiteraard zwaar hijgend aan de finish.

Terugdenkend aan die tijd zie ik ook het echtpaar Schrader voor me, rijdend in een Volvo Amazone-stationcar uit 1965. Meneer Schrader gaf Natuurkunde en had daarbij de beschikking over een laboratoriumachtig leslokaal waar ik de proef met de Maagdenburger halve bollen het meest indrukwekkend vond. Mevrouw gaf Biologie en had daarbij de beschikking over een heus geraamte.

De laatste keer dat ik daar was, was in 1984 toen ik met Sonja Robaard een reünie organiseerde. Alle leraren waren erbij: de heer Frayenhoven van Tekenen, de heer Boom van Duits met zijn bassende stem, de dames Von Grumbkow, Engelhard, Korporaal, Hakvoort, de heren Engelen, Van Rossum,  Van Loen, echtpaar Schrader, Van der Hurk en Ter Weer. Wie zou daar nu, anno 2020, nog van leven?


Details

  • Schrijver

    Ruurd Berendes
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Klas 4, 1972
  • Editie

    18-2020

Meest gelezen artikelen