Skip to main content

Herinneringen aan de HEAO


De HEAO (officieel: Hogere Economische School J. van Zwijndregt) deelt zijn gebouw met het Hugo de Groot-lyceum aan de Houtrustweg. Van Zwijndregt was een Haagse PvdA-wethouder en politieke vriend van Drees. Privaatrecht is het leukste vak. De docent, advocaat en voormalig VVD-gemeenteraadslid mr. A.A.Th. Boender, vertelt graag en boeiend uit eigen praktijk. Met hem brengen we een bezoek aan het ministerie van Justitie.

Men ontvangt ons in de bibliotheek met zijn prachtige smeedijzeren balustrades (inmiddels een onderdeel van de Tweede Kamer). Boender brengt zijn misprijzen over de ‘verse’ minister van Agt naar voren en wenst onze gastheer-ambtenaar sterkte met zijn bewindsman. De docent Statistiek is een ex-zeeman en een voorstander van democratisering. Docenten vertellen verschillende ‘sprookjes’, zoals het verondersteld gebrek aan inzicht bij de vakbeweging. Die zou meer invloed in het bedrijfsleven kunnen hebben door het vakbondsvermogen te gebruiken voor aankoop van aandelen. Alsof de vakbeweging daar het geld voor heeft… De meeste vakken boeien me weinig of worden ongeïnspireerd gegeven, bijvoorbeeld psychologie. Er is veel stof, thuis moet je ook veel leren. Men noemt Nijenrode regelmatig als lichtend voorbeeld.

De HEAO kent drie richtingen: commercieel, bedrijfseconomisch en juridisch. Grosso modo tekenen de maatschappelijke voorkeuren zich soortgelijk af: rechts, midden, links. Ik kom erachter dat je met het juridische, met recht, ook progressieve doeleinden kunt bereiken. Commerciële studenten zien zichzelf al bij wijze van spreken in de jet zitten die hen naar verre bestemmingen zal brengen. Bedrijfseconomen munten uit door zwijgzaamheid over maatschappelijke problemen, ‘technocraten’ in de dop. Met twee juridische medestudenten laten we op school een protestenquête rondgaan. Directeur Dees nodigt ons subiet uit voor een gesprek en vraagt waarom wij niet ons protest via de gekozen studentgeleding naar voren brengen. We hebben echter weinig vertrouwen in deze formele vertegenwoordiging. Onze actie bloedt snel dood en ik weet niet of deze enig resultaat heeft opgeleverd. Een medestudent heeft zijn sport(gym)kleren in een andere winkel gekocht dan de geadviseerde winkel, waardoor de geel-groene (Haagse) kleuren afweken. Voor de groep krijgt hij daarvoor van de leraar een standje. Hij pikt dat niet, benadert de directeur en krijgt gelijk. De betrokken leraar bekent dit ten overstaan van de groep. Gelukkig leidt deze rechtzetting bij de student niet tot triomfalisme.

Intac heet de HEAO-sociëteit – afgeleid van het woord interactie. Niet veel zaaks, vind ik, een soort aftreksel van een corpsvereniging. Mijn lidmaatschap heeft hooguit een jaar geduurd. Op een avond vertellen een paar Dolle Mina’s op uitnodiging over hun doelen; een mooie meid deed het woord. Het zegje doen door de mooiste is een strategie, begrijp ik later. De inhoud van hun brochure ‘Dolle Mina klaagt aan’ liegt er niet om, de verhalen over illegale abortussen zijn huiveringwekkend.

Bij de schijn-Kamerverkiezingen op de HEAO in 1971 scoort de VVD verreweg het beste met 39,3% (88 stemmen van de in totaal 224). De PvdA en PPR halen elk 33 stemmen. We horen van de voorlopige versie van het rapport van de Club van Rome, wat leidt tot een lauwe ontvangst op de HEAO. Ik houd een bewogen spreekbeurt over de onderdrukking van Angola door de Portugese regering. Een moment van ontspanning is een werkweek Woodbrookershuis te Barchem, begin 1972. We leren daar bijvoorbeeld onderhandelen over arbeidsvoorwaarden. De begeleider vertelt over de kundigheid van vakbondsleider Fré Meis.

In de tweede helft van het tweede studiejaar is een stage gepland. Ik heb als voorkeur een vakbond opgegeven, het liefst het NVV. Next best NKV blijkt ook goed, namelijk het juridisch advieskantoor daarvan in Tilburg. Begin april ontvangt de heer Mutsaars mij op het St. Annaplein 21. Vaak rijd ik met hem mee naar een spreekuur in zaaltjes in Brabant en Limburg, waar leden ons allerlei juridische kwesties voorleggen. Niet alleen op arbeidsrechtelijk en fiscaal gebied, maar de bond behandelt ook huurkwesties, problemen met colportage aan de deur etc. Verschillende Limburgers voelen zich benadeeld door ‘het westen’ of ‘Den Haag’. Voor de uitbetaling van de vakantiezegels in de bouw word ik eveneens ingeschakeld. Een vertegenwoordiger van de categorale bond OVB laat weten liever bij het NKV dan bij het NVV zijn zegels te verzilveren, want “bij jullie krijg ik tenminste een menselijke behandeling”. De tegenstelling progressief-behoudend loopt dwars door het NKV heen. 

De 19e juni 1972, bijna het eind van mijn stage, komen NKV-bestuurders (de ‘Verbondsraad’) bijeen in de Stadsschouwburg te Utrecht. Daar wordt nog duidelijker dat de NKV-bond Unie van Beambten, Leidinggevend en Hoger Personeel niet aan de beoogde federatie met het NVV zal deelnemen. Onder de naam Unie is deze vakbond blijven bestaan.

 Mijn eindexamenscriptie HEAO, ‘Kabinetsformatie’, baseer ik voor een belangrijk deel op het werk van prof. Duynstee. Omdat ik het typen niet meester was, liet ik dat via een uitzendbureau doen. Men geloofde daar nauwelijks dat ik het zelf had geschreven. Eén hoofdstuk wijd ik aan het idee van de gekozen kabinetsformateur (een aanbeveling van de commissie Cals-Donner), gebaseerd op het voorstel van D’66 om de minister-president direct door het volk te laten kiezen. Pas bij de kabinetsformatie in 2012 geeft de Tweede Kamer enige uitvoering aan het idee door de keuze van de (in)formateur(s) niet aan het staatshoofd te laten. Ik vraag me af of dat te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen in het politieke kompas van de aanstaande koning. 


Details

  • Schrijver

    Koert Vrijthof
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    HEAO-HES aan de Houtrustlaan
  • Editie

    17-2020

Meest gelezen artikelen