Skip to main content

Haags verkeer in de vorige eeuw


Als ik wel eens ansichtkaarten of verkeersfoto’s bekijk uit de jaren zestig en zeventig kan ik elke auto op de foto direct benoemen qua merk. Volkswagen Kever, Lelijke eend, Volvo Amazone, Skoda, Fiat 500 of 600, Renault Dauphine en ga zo maar door. Elk merk had zijn eigen ontwerp en was zo duidelijk herkenbaar, ook zonder naar het merkteken te kijken. Mijn moeder vertelde me dat als ik als klein jongetje in de jaren vijftig, zestig naar school werd gebracht, een aankomend voertuig door mij al direct van het juiste merk werd voorzien: “Kijk mama, daar komt een Mercedes…”

Die tijden zijn helaas voorbij. Hoewel de automodellen degelijker maar vooral groter zijn geworden, is het ook een eenheidsworst. Alleen de kenner kan de Citroën, Peugeot of Audi nog van verre herkennen. Vandaar dat ik in dit artikel met u wil teruggaan naar de vorige eeuw en de auto’s bespreken die ik enkele jaren na het in 1973 verkrijgen van het rijbewijs heb aangeschaft.

Ik wil dan beginnen met mijn allereerste auto, een lelijke eend met kenteken 01-67-HK. Bouwjaar 1968. Door een krantenwijk had ik duizend gulden gespaard en voor dat bedrag werd er in het Vaderland een rode 2CV aangeboden door een hoofdagent, wonende op het Valkenbosplein. Na een korte proefrit, waarbij de eigenaar mij moest leren schakelen met de uit het dashboard stekende pook, werd op 9 januari 1975 de koop gesloten. Met mijn eerste meisje, Tineke, werden mooie tochtjes gemaakt, regelmatig in gezelschap van opa en oma Berendes, die zelf nooit een auto hadden gehad en volop genietend achterin de royaal verende eend van het uitzicht genoten. Op een zomerdag had ik het roldakje als een sardineblikje opgerold en reden Tineke en ik met de cabrio-eend over de A12 terug van een dagje Veluwe. Opeens kwam een windvlaag langs het eenvoudige voertuig en na een scheurend geluid, verdween het linnen dak als een kokmeeuw over de naastliggende weilanden om haar zwanenzang te krijgen in een zich daar bevindende sloot. Het dakje was verloren en met wapperende manen reden wij verder naar huis, waarna ik de volgende dag direct naar de firma Tuit aan de Westvlietweg 85 reed, een handelaar in Citroënonderdelen. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, kocht ik daar voor tien gulden een vervangend dakje. De Citroën 2CV werd gebouwd vanaf 1949 en mijn exemplaar had een topsnelheid van 78km/uur en had destijds een nieuwprijs van 4150 gulden.

In december 1975 werd ik aangesteld bij de firma Rollo in de Alexanderstraat. Daar ontmoette ik een collega van de boekhouding die direct verliefd werd op mijn felrode eend. Rollo had drie directeuren en de laatste directeur, de heer Bruinen als ik mij niet vergis, had zijn geliefde eend na zijn aanstelling als mededirecteur moeten inruilen voor een Mercedes. Door zijn lengte zat hij lekkerder in zijn eend dan in de Mercedes en het gerucht ging dat hij op een zeker moment de bestuurdersstoel uit de eend in de Mercedes heeft laten plaatsen. Ik heb dat nooit met eigen ogen kunnen aanschouwen overigens. Maar terug naar mijn collega, die zelf een Ford Escort uit 1968 bezat. Die auto stond mij dan weer aan en al snel kwam het voorstel van auto te ruilen. Zo gezegd, zo gedaan en na het overschrijven van de kentekens werd ik eigenaar van de Ford met kenteken 09-53-FU. De Escort werd door Ford gebouwd vanaf 1968 en had een nieuwwaarde van 6140 gulden. De topsnelheid was 173 km per uur, zodat ik van de trage eend in een racemonster belandde. Ik heb vele jaren van de auto mogen genieten en heb hem sportiever gemaakt met racestrepen en andere attributen, die ik kocht bij Schouten op de Amsterdamse Veerkade.

Na enige jaren begon de Escort toch wel kuren te vertonen en bij een autohandelaar naast het woonwagenkamp aan de Leyweg stonden leuke auto’s te koop. De verkoper had zowaar twee Opel Olympia’s te koop staan, gebouwd in 1951. We spreken inmiddels over 1976. Hoewel het klassieke model van de Olympia mij erg aansprak, waren er dusdanig veel gebruikssporen te zien, zodat besloten werd op veilig te gaan met een Kadett van het type B. De Kadett A verscheen in 1962 op de weg en bereikte een topsnelheid van 120 km/uur. Nieuwprijs destijds 5340 gulden. In 1965 kwam het iets zwaardere en grotere model uit (type B). Deze werd in muisgrijs aangeboden op de Leyweg, en na inruil van de Escort was ik de trotse eigenaar van deze Kadett, met kenteken 64-63-FD, voorzien van een enorme kofferbak. Inmiddels werkte ik bij Liftbouw Nederland en kon dagelijks op pad om onderdelen voor het magazijn te halen, waarbij de grote kofferbak goed van pas kwam.

In mijn flat aan de Haagse Meppelweg woonde Yvonne, in het bezit van een schitterende felrode Alfa Rome 1300 GT junior uit 1970 met kenteken 93-08-NJ. Toen haar vriend haar een nieuwe auto schonk, bood ze mij het race monster aan voor duizend gulden. De Kadett werd meteen naar de sloop gebracht en ik werd de trotse eigenaar van een sportauto. Hoewel het uiteraard een fantastische auto was, bleek het roesten van het chassis tijdens de rit hoorbaar. Toen ik op enig moment op de Leyweg van V&D terugliep naar mijn auto zag ik van buitenaf mijn EHBO-doos onder de voorstoel liggen. Even dacht ik dat dit optisch bedrog was, maar de bodem bleek los te zijn gescheurd van de carrosserie. Bij een handelaar aan de Schalkburgerstraat, die nog wel lol in de Alfa had, kon ik de wagen inruilen voor mijn tweede Kadett, type B, en dat bleek de meest betrouwbare auto die ik tot op heden had bereden. Het werd de 42-25-RR. Ik heb daar een jaar in gereden en toen ging het alweer kriebelen. In een garage aan de Valkenboslaan of Zuiderparklaan, daar wil ik van af zijn, had ik een Ford Capri zien staan in feloranje. Dit was nog voor het moment dat de verplichte APK-keuring voor personenauto’s werd ingevoerd.

De garage adverteerde echter met de slogan dat ‘alle auto’s werden nagekeken op de brug’. In goed vertrouwen leverde ik mijn betrouwbare maar saaie Kadett in en reed de garage uit met dit werkelijk schitterende voertuig. Al gauw bleek dit een kat in de zak en ging ik mij beklagen bij het garagebedrijf. De auto zou immers zijn nagekeken op de brug. Lachend vertelde de garagehouder dat na verkoop van een voertuig het personeel na aankoop mee naar buiten liep en de nieuwe eigenaar nakeek die over de Valkenbosbrug huiswaarts keerde. Met dat gegeven zou ik kansloos zijn bij een rechtszaak, dus heb mijn verlies maar genomen. De Capri heb ik binnen drie maanden weer van de hand gedaan. Maar daarover meer in een volgend artikel!

 

 


Details

  • Schrijver

    Ruurd Berendes
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Een oer 2CV op het Haagse Malieveld.
  • Editie

    22-2020

Meest gelezen artikelen