Skip to main content

Avondklok


Laatst ging er een filmpje rond op de sociale media, waarin een Telegraafjournalist een medewerkster van een viskraam de vraag stelde of een avondklok zin had of niet. “Nee”, zei ze resoluut. “Waarom niet?”, vroeg de verslaggever. Waarop ze de wedervraag stelde: “Hoezo krijg je ’s avonds wel corona en overdag niet?”

Ik ben opgevoed met het adagium dat domme vragen niet bestaan. Maar het dialoogje geeft wel aan dat er in de buitenwereld een hoop uit te leggen valt voor het (demissionaire) kabinet-Rutte. En ook binnen de Haagse kaasstolp was het geen gelopen race. Invoering van een avondklok werd als ‘zware’, ‘ingrijpende’, ‘heftige’ en zelfs ‘niet bij de Nederlandse cultuur passende’ maatregel gekenschetst. Hoezo precies, dat zei niemand erbij. Don’t mention the war, zal iedereen met John Cleese hebben gedacht.

Want de laatste keer dat in Nederland een avondklok gold, was tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitse bezetter voerde die op 1 november 1940 in. Tussen middernacht en 4 uur ’s ochtends mocht niemand de straat op zonder ‘ausweis’. Wie dat wel deed, belandde in de cel of erger, werd zonder pardon doodgeschoten. In de loop van de oorlog werd deze spertijd verlengd. Voor de hele bevolking, voor Joden of als antwoord op verzetsdaden.

‘Blijft in huis’

Ook moest alles verduisterd worden, enerzijds om geallieerden geen kans te bieden en anderzijds om het toch de straat op gaan nog verder te bemoeilijken. Straatverlichting werd gedoofd en er mocht geen spoortje licht uit huizen en gebouwen op straat vallen. De Duitsers verkochten deze maatregelen als bescherming voor ‘vreedzame burgers’. Propagandaposters waarschuwden tegen Engelse vliegers die daarmee geen genade zouden hebben. Het devies was daarom: ‘Blijft in huis’.

Als dit in onze achterhoofden meespeelt, is het toch opmerkelijk dat in België en Frankrijk wél al langere tijd avondklokken gelden. Want ook daar heeft de Tweede Wereldoorlog diepe sporen achtergelaten. Natuurlijk is ook daar gediscussieerd over de maatregel, die de grondwettelijke vrijheden en rechten van burgers drastisch beperkt. Maar in België, waar een avondklok van middernacht tot 5 uur ’s ochtends geldt, ging het debat vooral tussen rechtsgeleerden. En in Frankrijk draaide het om de maatvoering: de avondklok duurt daar een halve dag, van 18 uur ’s avonds tot 6 uur de volgende ochtend. Dat dwingt iedereen in korte tijd boodschappen te doen, waardoor de supermarkten voller zijn dan veilig is.

In de vele reportages over de verschillen in aanpak in de Europese buurlanden lees je dan ook vooral onbegrip over de weerstand tegen de avondklok hier.

Het moet dus haast wel een kwestie van onze cultuur zijn, dat we als hekkensluiter in Europa aan de avondklok gaan. Vorige week donderdag debatteerde de Tweede Kamer erover en afgelopen weekend was het zover. 

Leenhond

Dan nu de hamvraag. Wat vinden Hagenaars van een avondklok? Ik zag hier en daar wat peilingen, we zijn er verdeeld over. Iets meer voorstanders dan tegenstanders. Die laatste groep doet uitspraken als: “Als wij willen skaten, dan gaan we skaten.” “Ik leen wel een hond van de buren.” Er is een run op de jassen van Thuisbezorgd.

Ik kijk naar de cijfers. Het aantal positief geteste mensen in Den Haag op 20 januari: 131. Tijdens het dieptepunt in maart en april waren dat er 56. Je kunt natuurlijk zeggen: toen testten we nog niet zoveel. Maar als ik kijk naar het aantal mensen dat in het ziekenhuis belandt, is de tweede golf ernstiger en langduriger dan die in maart. En toen hielden we ons grosso modo aan de regels. We klapten voor de zorg. Nu zoeken we sluipweggetjes om regels te omzeilen. En het gebaar dat we maken naar de zorg is minder fraai. 

Daarom denk ik dat een avondklok wel moet. Om desondanks niet in mineur te eindigen, haal ik een groot Haags voorbeeld aan: Kees van Kooten.  In 2017 gaf hij een interview aan Trouw over zijn boek ‘Karrevrachten pennevruchten’. Van Kooten, die in 1941 werd geboren, leerde van zijn moeder tijdens de oorlog het alfabet. Als vijfjarige schreef hij aan zijn vader: ‘Ik bleif aan de gang met sreiffen’. In het interview zegt hij: “Ik denk dat dat komt door de situatie en dat ik de Duitsers daar dankbaar voor mag zijn. Je had niet meer dan je eigen wereld."


Details

  • Schrijver

    Milja de Zwart
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Stadsklok Prins Hendrikplein
  • Editie

    4-2021

Meest gelezen artikelen