Skip to main content

De Loosduinse Schilderskolonie


Tussen 1887 en 1892 zijn er enkele kunstenaars in Loosduinen neergestreken die we later verzameld hebben onder de naam ‘de Loosduinse schilderskolonie’. Het wonderlijke is dat hier in het door Saskia de Bodt geschreven boek Schildersdorpen in Nederland geen aandacht aan wordt besteed. Plaatsen als Laren en Bergen hebben mede bekendheid gekregen omdat hier min of meer hetzelfde plaatsgevonden heeft. Grofweg gesteld in Laren van 1880 tot 1920 en in Bergen van 1910 tot 1930. Voor mij voldoende reden om een artikel over die Loosduinse kolonie te schrijven.

Loosduinen

Tot 1923 was Loosduinen nog een zelfstandige gemeente. De gemeentegrens tussen Den Haag en Loosduinen lag tot 1903 bij de Beeklaan en vanaf dat jaar is de grens opgeschoven naar de Kamperfoeliestraat. Waar komt de naam Loosduinen eigenlijk vandaan? Hier is wel een verklaring voor maar of die helemaal juist is, kan ik niet beoordelen. Oorspronkelijk lag dit dorpje achter de duinen vlak bij zee. De duinen vormden dan ook de zeewering. Door natuurlijke
landaanwinning kwam het dorpje steeds verder van de zee af te liggen en daardoor verloren de duinen op die plek hun functie als zeewering. Het was dus geen echte zeewering meer. Een van de vele betekenissen van het woord loos is niet echt, zonder reden. Het werden dus loze duinen en dit zou de naam Loosduinen verklaren.

Rond 1830 besloot een aantal Franse landschapsschilders de grote stad te ontvluchten om in de nabijheid van het dorpje Barbizon in de vrije natuur te gaan werken. Denk aan schilders als Théodore Rousseau en Jean-François Millet, maar ook aan de Nederlander Johan Barthold Jongkind. Later werd dit in ons land nagevolgd, ook in Loosduinen. We moeten ons realiseren dat in die tijd de Beeklaan, genoemd naar de Westerbeek, een landweg was die tussen de polders de Mientpolder en het kleine Veentje doorliep. Los van enkele boerderijen stonden hier nog niet veel huizen. Wanneer je de Beeklaan afliep, kwam je al snel in een duingebied terecht en de toen nog ongerepte natuur trok diverse kunstschilders aan. Op de hoek van de Beeklaan en de Loosduinseweg bevond zich op het adres Beeklaan 2 oorspronkelijk een herberg met de naam Vinkenburg. Deze naam werd later veranderd in de Vink en weer later sprak men van Huize Stadwijk. In dit hotelletje annex café en koffiehuis woonde de familie Schrijver en hier hebben enkele kunstenaars voor langere of kortere tijd gewoond. 

Ik noem er enkele: Willem de Zwart, George Hendrik Breitner en Johannes Evert Hendrik Akkeringa. Je kon hier een kamer huren en een deel van de bovenverdieping werd als atelier gebruikt. Naast dit hotelletje stonden enkele huisjes die ook verhuurd werden. In een publicatie uit die tijd las ik dat de eigenaar G.J. Schrijver mooie, welgebouwde dochters had maar of dit ook een van de redenen was waarom die kunstenaars daar graag vertoefden, kan ik niet met zekerheid zeggen. In de buurt van dit hotelletje woonden ook nog enkele andere kunstenaars. Zo woonde Jan Toorop van 1892 tot 1895 in de villa Libau aan de Beeklaan en ook Theo van Hoytema heeft in Loosduinen gewoond. Via Elseviers Geïllustreerd Maandschrift uit 1913 kwam ik iets meer te weten over de manier waarop de kunstenaars te werk gingen. Ik neem een deel hiervan over: “Het nu van alle natuurlijke aantrekkelijkheid ontdane Dekkers- en Teekenduin was vroeger een geliefd verblijf voor schilders en natuurvrienden. Aan den rand der duinweide liggen op eenigen afstand van elkaar, onder de beschutting der hooge zeeduinen, een aantal boerenwoningen. Geen hofstede of men vond er ’s zomers in de koestal: veldezeltjes, schilderkisten, schetsboeken, doeken, de laatste soms versch geschilderd aan de wanden hangen. Hier werd geschilderd als de zon ter kimme verrees, tot ’s avonds als zij vredig achter den hoogen duinrand verdween.” 

Uit een van de brieven die Vincent van Gogh aan zijn broer Theo schreef, blijkt dat ook hij rond 1882 in ditzelfde gebied heeft rondgelopen en aan het strand heeft zitten schilderen. Naast het eerdergenoemde café en koffiehuis van de heer Schrijver waren er nog een tweetal gelegenheden waar de kunstenaars elkaar konden ontmoeten. Het uitspanningsoord Roeilust, waar men roeiboten kon huren, dat aan de Loosdrechtse vaart lag en het artiestenkoffiehuis van Bart Snoek dat ook aan de Beeklaan lag. Een van de eerste kunstenaars die deze ongerepte omgeving ontdekt had, was J.E.H. Akkeringa en over hem ga ik u iets meer vertellen.

Johannes Evert Hendrik Akkeringa

Johannes is op 17 januari 1861 in Nederlands-Indië geboren in een plaatsje op het eiland Bangka. Zijn vader was mijnbouwkundig ingenieur en zijn Chinees-Javaanse moeder heette Sariedja. Zijn vader was de uitvinder van de Bankaboor en hij heeft als waardering hiervoor van de zoon van koning Willem II, Prins Hendrik, een gouden horloge gekregen. Johannes had een ouder zusje en een jonger broertje. De vader van Johannes is op jonge leeftijd in 1864 overleden. Een jaar later neemt de zus van zijn vader de zorg over de drie kinderen op zich en in 1866 gaat ze samen met deze kinderen en haar eigen zeven kinderen bij haar vader in Amsterdam wonen. Op 3 juli van dat jaar verhuist ze naar de Koningstraat 521 in Den Haag. In 1878 wordt Johannes leerling op de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij gaat dan in de Hobbemastraat wonen op nummer 42 om na enige tijd te verhuizen naar de Barentsz-straat 4. In 1883 slaagt hij voor de MO-akte tekenen. Van 1886 tot 1887 woont hij in Rotterdam en hier volgt hij de opleiding aan de Rotterdamse Academie. Hierna komt hij voor korte tijd weer terug naar Den Haag om vervolgens in Loosduinen te gaan wonen in Huize Stadwijk op de Beeklaan. Op 15 september 1892 trouwt hij met zijn nichtje Willemina Suzanna Reedijk en ze gaan in Den Haag wonen op het adres Kanaal 22. Ze krijgen twee zonen, Leo en Jan. 

Beide zoons zijn ook gaan schilderen. Vervolgens zijn ze enkele malen verhuisd naar het Belgisch Park, de Suezkade en de Haringkade. In 1903 verhuist het gezin naar Heeze in Brabant om twee jaar later terug te
keren en op de Frankenslag 59 te gaan wonen. Ook hier wonen ze niet lang, want in 1907 wonen ze in de Helmstraat op nummer 15. Drie jaar later laat Johannes een door hemzelf ontworpen buitenatelier bouwen in de duinen van Meijendel. Ik heb helaas de exacte plek waar dit atelier in dit duingebied heeft gestaan niet kunnen achterhalen, aangenomen dat het er niet meer staat. Wel weet ik dat het een jaar na zijn dood verkocht is. In 1913 gaan ze weer verhuizen en ditmaal naar de Laan van Nieuw-Oost Indië 2 in Voorburg. Hierna verhuizen ze nog driemaal om vervolgens in 1939 in Amersfoort te gaan wonen. Zijn vrouw, ze werd Mien genoemd, is in 1909 overleden en in 1917 is hij getrouwd met Elsje Wilhelmine Enter en drie jaar later wordt hun zoon Evert geboren. Vanaf 1918 was Johannes leraar handtekenen aan de Academie van Beeldende Kunsten in onze stad. Op 12 april 1942 is Johannes Akkeringa in Amersfoort overleden.

Zijn werk

Zijn schilderijen en aquarellen werden niet alleen in ons land maar ook in plaatsen als Boedapest, Buenos Aires, Brussel en Winnipeg verkocht. Hij heeft enkele malen in Pulchri Studio geëxposeerd. Johannes schilderde vooral strand- en duintaferelen maar ook prachtige bloemstillevens. Onlangs kwam een van zijn schilderijen tijdens het Televisieprogramma Kunst en Kitsch voorbij en het werd getaxeerd op €25.000.


Details

  • Schrijver

    Carl Doeke Eisma
  • E-mail

    Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
  • Fotobijschrift

    Boerderij in de omgeving van Loosduinen, J.E.H. Akkeringa
  • Editie

    1-2023

Meest gelezen artikelen